Nummering van de contracten.
Per bladzijde zijn de contracten genummerd volgens hun volgorde op die bladzijde.
Soms staat een contract in twee of meer fragmenten genoteerd. Die fragmenten kunnen direct op elkaar volgen. Ze kunnen echter ook los van elkaar staan en door één of meer andere contracten van elkaar zijn gescheiden. In zo’n geval kreeg elk fragment een nummer, alsof het een afzonderlijk contract betrof. In de transcriptie is dan in het fragment genoteerd, waar het moet worden ingevoegd.
Bijzondere tekens en afkortingen in de transcripties.
Tekst tussen ## is boven (of soms onder) de regel ingevoegd.
! (in superscript:!).
Een woord dat er, ook na controle, blijkt te staan (maar niet verwacht wordt). Of een voortzetting van de tekst, waarbij een deel van
de “standaardtekst” ontbreekt. Of een uitgang, die niet zou kloppen.
Bijvoorbeeld: … obligationem deponere ex! censu domini ducis …
Verwachte tekst: … obligationem deponere ex[cepto] censu domini ducis …
? (in superscript:?).
Onzekere lezing. Of een aanvulling met een of meer woorden, die waarschijnlijk is, maar niet zeker is.
Een ? bij een letter of meer letters tussen rechte haken in een woord, bijvoorbeeld heredit[t?]as, betekent dat die letter wel in het woord opgenomen is of lijkt te zijn, maar daar niet past (onzekere lezing).
(dg: ). Doorgehaalde tekst.
In Romeinse cijfers betekent de “J”: ½. Bijvoorbeeld XXIIJ = 22½.
De letters “i” en “j” zijn naast elkaar gebruikt.
b erfcijns: erfcijns die bij het opstellen van het contract al bestaat
b erfpacht: erfpacht die bij het opstellen van het contract al bestaat
n erfcijns: erfcijns die bij het opstellen van het contract wordt gevestigd
n erfpacht: erfpacht die bij het opstellen van het contract wordt gevestigd
n erfcijns: kan ook zijn: een (nieuwe) opdeling van een b erfcijns
n erfpacht: kan ook zijn: een (nieuwe) opdeling van een b erfpacht
lijfpacht: lijfrente in natura
Afkortingen in de “vertalingen”.
bv, broer(s) van.
bvw, broer(s) van wijlen.
dv, dochter(s) van.
dvw, dochter(s) van wijlen.
erfg vw, erfgenamen van wijlen.
ev, echtgenote van (soms: echtgenoot van).
evw, echtgenote van wijlen (soms: echtgenoot van wijlen).
gnd, genaamd.
hr, heer.
jkr, jonker.
jkvr, jonkvrouw.
kv, kinderen van.
kvw, kinderen van wijlen.
mbt, met betrekking tot.
mr, meester.
ndv, natuurlijke dochter(s) van.
ndvw, natuurlijke dochter(s) van wijlen.
nzv, natuurlijke zoon (of: zonen) van.
nzvw, natuurlijke zoon van wijlen.
sv, zuster(s) van
svw, zuster(s) van wijlen
szv, schoonzoon (of: schoonzonen) van.
szvw, schoonzoon (of: schoonzonen) van wijlen.
tbv, ten behoeve van.
vv, vader van.
vvw, van wijlen.
zv, zoon (of: zonen) van.
zvw, zoon (of: zonen) van wijlen.
wv, weduwe van (soms: weduwnaar van).
NB.
Het is vaak niet duidelijk of een “beroepsaanduiding” daadwerkelijk een beroep is of een naam. Het gebruik hierbij van kleine letters of hoofdletters in de vertalingen is vaak niet consistent!
Den Bosch versus ’s Hertogenbosch.
In de transcripties komt zowel de naam Buscum voor als Buscumducis, echter toch vaker Buscum. Steeds is in de vertaling de naam Den Bosch gebruikt.
Toponiemen in de stad Den Bosch.
Hierbij is, verborgen in de vertaling, een index opgenomen, bijvoorbeeld:
"stad den Bosch:Hinthamerstraat:BP 1183 f 226v 08".
Het geld.
Geldbedragen kunnen staan in aantallen van een bepaalde munt.
Let erop dat de term licht schild niet (meer) een bepaalde munt aanduidt, maar een ‘hoeveelheidswoord’ is; het lichte schild staat voor 12 plakken.
Geldbedragen kunnen ook staan in een systeem van ponden, schellingen en penningen. Van oorsprong was hierin de penning de gangbare munt en waren pond en schelling ‘hoeveelheidswoorden’. Een schelling is 12 penning. Een pond is 20 schelling ofwel 240 penning.
In hoofdzaak worden in het Bosch’ Protocol drie pond-schelling-penning-systemen gebruikt, die elk een andere basis hebben.
1. Het pond monete veteris: het pond oud geld.
De basis hiervan is de oude groot van de koning van Frankrijk, die voor 16 penningen werd gerekend. Hier is de penning niet meer een gangbare munt, maar het 1/16 deel van de oude groot.
2. Het pond monete: het pond geld.
Staat in een contract het woord monete, zonder dat in datzelfde contract was uitgelegd welke geldsoort daarmee wordt bedoeld, dan is sprake van: geld dat gemeenlijk in de beurs gaat. Dit is gebleken door de tekst van een contract te vergelijken met de tekst van de uitgeschreven schepenbrief, als die bewaard gebleven is.
Met deze uitdrukking wordt, op het eind van de veertiende eeuw in Den Bosch, waarschijnlijk bedoeld: plakken met de waarde zoals ze die op een bepaald moment hadden. Er kon dan gegeven zijn hoeveel plakken er in een pond gingen.
3. Het pond geld waarmee bier en brood worden gekocht. In het Bosch’ Protocol van voor 1407 werd geen aanwijzing gevonden welke munt de basis van dit systeem is.
In het Bosch’ Protocol staat een enkele keer genoteerd, welke verhoudingen van waarde twee van deze drie systemen onderling hadden (kennelijk op een bepaald moment).
Daarnaast kwamen nog andere systemen voor. Zoals geld, waarmee de stad Den Bosch cijnzen ontvangt of betaalt. In de zes oudste overgeleverde Bossche stadsrekeningen staat dat de basis van dat systeem het oude schild was.