Archief van de Stichting Koemuseum, voorlichting en educatie
Eind 1982 verschijnt in het Brabants Dagblad een artikel waarin suggesties van burgers genoemd worden om de festiviteiten naar aanleiding van het 800-jarig bestaan van de stad in 1985 extra luister te geven. De naam ‘Koemuseum’ komt in deze suggesties voor. Duke Burgerhof is met het idee gekomen en ziet graag een koemuseum in ’s-Hertogenbosch gevestigd.
De stichting Koemuseum is opgericht op 15 april 1983 bij acte gepasseerd bij notaris mr. W.P. Huijbregts te Rosmalen. Het doel is de mensen te informeren over runderen in het algemeen en koeien in het bijzonder. Tevens willen ze hiermee de werkgelegenheid bevorderen. De stichting zetelt in ’s-Hertogenbosch omdat hier de grootste veemarkt van West-Europa is.
De stichting kent een driehoofdig bestuur: voorzitter is G.P.L.M. Burgerhof, secretaris P.A. Bettonville en penningmeester C.G.E.M. Katoen de Graaf. De stichting kent een Comité van aanbeveling waarin onder andere burgermeester B.L.A. van Zwieten van ´s-Hertogenbosch zitting heeft. Het bestuur laat zich bijstaan door een werkgroep. Deze werkgroep is speciaal belast met de bestudering van de mogelijkheden het Koemuseum te realiseren.
De plannen zijn uiteindelijk niet gerealiseerd.
Het archief is in 2001 aan het Stadsarchief geschonken/in bruikleen gegeven via de secretaris dhr. P.A. Bettonville.
Er zijn geen beperkingen met betrekking tot de openbaarheid.
De omvang van het archief is 0,2 meter en bestrijkt de periode 1983-1985.