Er waren vier jongensorganisaties:
1. ‘Jong Nederland': meer maatschappelijk gericht, patroon: Sint Maarten,
vijf vormingszuilen (zie feestprogramma 1947-1957):
- godsdienstige
- nationale
- sociale
- culturele
- lichamelijke
2. Verkenners: meer op natuur en zelfwerkzaamheid gericht, patroon: Sint Joris
3. Diverse clubs: dam- en schaakclub, figuurzaagclub, toneelclub etc.
4. Patronaten: vrijblijvend, ’s zondags in bovenzaal Parochiehuis (nu De Slinger) o.a. tafeltennis, bliljart.
Twee groepen:
- kleinen van 16.30-18.30 uur
- groten van 18.30-20.30 uur
Op een gegeven moment werd er voor deze organisaties een koepel opgericht, de (parochiële) Jeugdraad. Hierin hadden de hoofleiders van genoemde organisaties zitting.