Bij Departementaal Reglement dd. 1802 was in art. 60 bepaald, dat het Departementaal bestuur, na overleg met de plaatselijke besturen, overeenkomstig art. 82 der Staatsregeling van 1801 zou zorgen, dat er in de besloten steden werden opgericht de noodige crimineele rechtbanken van 7 leden, ieder met een crimineel officier en een griffier, en in art. 62, dat hetzelfde bestuur zou voorzien in de aanstelling van schouten-civiel.
Den 22sten Mrt. kwam dientengevolge tot stand een Reglement en Bepaaling op het justitiewezen in het Departement Braband. Volgens dat reglement werd o.a. opgericht eene crimineele rechtbank voor Stad en Meierij, benevens voor Hagoort, gevestigd te 's Hertogenbosch. Men zou de procesorde volgen als van ouds gebruikelijk. Een publiek aanklager onder den naam Hoogschout werd door het Departementaal Bestuur hierbij geplaatst. Zij vervolgde alle misdrijven, waartegen met enkele geldboete bedreigd was, welke laatste voor de civiele rechtbanken behandeld werden.
Bij besluit van de Departementaal Bestuur, werd aan het nieuwe op 19 April 1803 geïnstalleerde rechtscollege ter zelfder tijd den naam van Hooge Vierschaar gegeven.
============
Later met de hand bijgeschreven:
#Bij staatsbesluit der Bataafsche Republiek dd 12 Juli 1805 no. 85 is besloten te publiceeren, dat de Raad van judicature van de middelen te Lande fiscaal is ontbonden en dat is opgericht een Raad van Judicature over de middelen te Water en te Lande.#
======================
Bij Staatsbesluit van 14 Mrt. 1806 No. 9 (bekend gemaakt bij resolutie van den Raad van Finantiën in het Departement Braband, dd. 26 Mei 1806,) wordt de Hooge Vierschaar gedelegeerd ter judicature over de middelen te lande in het ressort van Den Bosch. Doorgaans worden eenige leden daartoe gecommitteerd.
N.B. De nummering van dit archief is het vervolg van het archief van de schepenbank van 's-Hertogenbosch (archief 0014).
Ga naar de homepage van Erfgoed 's-Hertogenbosch
