Detail

TitelParochie H. Antonius Abt te Bokhoven
Periode1363-2014
Omvang en Medium9 meter
OpenbaarheidOpenbaar. Enkele inventarisnummers waarvan de openbaarheid beperkt is (inventarisnummers 67-68, 70, 72) zijn nog bij de parochie
ToegangParochie H. Antonius Abt te Bokhoven, 1393-1966(1975)
InventarisDownload Parochie H. Antonius Abt te Bokhoven, 1393-1966(1975)
 

  •  Inleiding
    • Voorwoord

      Aan de Noordbrabantse Maas, een kilometer of zeven ten noordwesten van 's-Hertogenbosch, ligt Bokhoven, een kerkdorp van ongeveer 250 inwoners en ressorterende onder de gemeente Engelen. Watertoeristen en wandelaars over de Maasdijk roemen de schilderachtige ligging van dit dorp; minnaars van oudheden bezoeken het om het exterieur en het interieur van zijn laatgotisch kerkje, waarbinnen het grafmonument van graaf Engelbert van Immerseel en zijn gemalin Helena de Montmorency, uit de vaardige hand van de Antwerpse kunstenaar Artus Quellinus, wel het mooiste maar stellig niet het enige monument is, dat een bezoek tot een genoegen maakt. Buiten deze beide kringen van belangstellenden geniet de naam Bokhoven nauwelijks bekendheid. Wellicht wekt de thans gereed gekomen inventaris de belangstelling van een derde categorie: zij die de kerkgeschiedenis van het Brabantse land tot het terrein van hun onderzoek hebben gemaakt.

      De parochie Bokhoven neemt onder de parochies in Brabant een bijzondere plaats in, omdat Bokhoven, als territoriaal gebied van het prinsbisdom Luik, een enclave was waar het katholieke kerkelijke leven tijdens de reformatie ongestoord bleef verlopen en waar vele katholieken uit de wijde omtrek hun kinderen lieten dopen, zoals de doopregisters getuigen. Wellicht kan een nauwkeurig onderzoek van dit parochiearchief gegevens aan het licht brengen, waaruit de betekenis van deze enclave voor de beleving en uitoefening van de katholieke godsdienst in dit deel van Brabant met enige zekerheid kan worden bepaald.

      De inventarisatie van het archief werd aanvankelijk ter hand genomen door de stagiaire mejuffrouw K. M. H. Koppe. De omvang van dit archief, maar vooral de veelsoortigheid der stukken en de archivalische problemen welke zij opriepen waren er oorzaak van, dat zij tijdens de periode van haar stage slechts de eerste afdeling van de inventaris: het archief van de pastoor, en de regestenlijst gereed kon maken. De heer mr. J. A. M. Hoekx, die haar met name bij het samenstellen van deze eerste afdeling reeds had begeleid, nam na haar vertrek de taak op zich de inventarisatie te voltooien. Nieuwe archiefstukken die in de Abdij van Berne, Bokhoven en het Rijksarchief in Noord-Brabant aan het licht werden gebracht en tot het parochiearchief bleken te behoren, alsmede de inzichten die werden verkregen bij de bewerking van reeds aanwezige maar nog niet geïnventariseerde stukken, noodzaakten hem wijzigingen aan te brengen in het reeds tot stand gekomen gedeelte van de inventaris.

      De indices en bijlagen waarmee hij deze inventaris heeft gecompleteerd zullen onderzoekers het gebruik ervan gemakkelijker maken; de opgave van de voor het grootste deel in tijdschriften verscholen literatuur betreffende Bokhoven is een hulpmiddel bij de bestudering van de geschiedenis van graafschap en parochie.

      Het is de verdienste van de samensteller dat hij door deze zeer verantwoorde inventaris een wellicht bescheiden, maar toch zeker interessant deel van de Brabantse kerkelijke geschiedenis voor nader onderzoek toegankelijk heeft gemaakt.

      drs. P. TH. J. KUYER Stadsarchivaris van 's-Hertogenbosch

       

      Inleiding

      De inwoners van Bokhoven behoorden oudtijds onder de parochie Hedikhuizen, waarover de abt van Berne in 1285 het patronaatsrecht verkreeg van het kapittel van St.-Jan te Luik. Het charter van deze overdracht bevindt zich in het Rijksarchief van de provincie Noord-Brabant (Coll. aanw. 1953, nr. 28). In het jaar 1363 besloot men, daar wateroverlast van de Maas de bewoners van Bokhoven vooral in de winter verhinderde hun parochiekerk te bezoeken, tot de bouw van een eigen kapel, toegewijd aan de H. Maria en Catharina, waarover de kapelaan van Hedikhuizen als rector werd aangesteld.

      In 1369 werd deze kapel door de bisschop van Luik tot parochiekerk verheven. De charters die de stichting der parochie betreffen zijn bewaard gebleven (inv. nos. 1-8). Wat het kerkgebouw betreft, dit werd in 1498, tegelijk met het dorp en het kasteel van de heren van Bokhoven, verwoest door de troepen van hertog Karel van Gelre. Het huidige kerkgebouw, toegewijd aan de H. Antonius, abt, dateert uit 1500.

      De parochie omvatte de hele heerlijkheid Bokhoven. Deze werd door de heren, vanaf 1499 baronnen en van 1640 graven van Bokhoven als achterleen van het Duitse rijk in leen gehouden van het prinsbisdom Luik, zodat de prinsbisschop van Luik als bisschop het kerkelijk en als prins het wereldlijk gezag over Bokhoven bezat.

      Krachtens de bulle De Statu Ecclesiarum van 11 maart 1561, die in het kader van de oprichting der nieuwe bisdommen de omvang van het diocees 's-Hertogenbosch omschreef, maakte Bokhoven voortaan van dit bisdom deel uit. Aan het feit dat het staatkundig onder het prinsbisdom Luik bleef behoren dankte het de merkwaardige enclavepositie, die een waarborg inhield voor de onbelemmerde uitoefening van de katholieke eredienst. Toen het in augustus 1793 door de Franse legers werd ingenomen, kwam aan deze status een einde; bij decreet van de Nationale Vergadering van de Franse Republiek van 1 oktober 1795 werd Bokhoven bij Frankrijk ingelijfd en op 5 januari 1800 aan de Bataafse Republiek gecedeerd. Voortaan onderging het in staatkundig opzicht dezelfde veranderingen als de omliggende gebieden.

      Voor de kennis van hetgeen zich in de loop der eeuwen op kerkelijk en staatkundig terrein binnen Bokhoven heeft afgespeeld is vooral het register, dat pastoor van Roosmalen daarover heeft opgesteld, een o.i. betrouwbare informatiebron (inv. no. 473).

      Met deze summiere gegevens betreffende de kerkelijke en staatkundige geschiedenis van Bokhoven menen wij in deze inleiding te kunnen volstaan.

      Het parochiearchief, dat voor het grootste gedeelte berustte in de pastorie van Bokhoven en voor een kleiner gedeelte, waartoe de meeste charters behoorden, in de Abdij van Berne te Heeswijk-Dinther, werd in 1966 ter ordening in het Gemeentearchief van 's-Hertogenbosch gedeponeerd. Tijdens het inventariseren bleek dat zich in het Rijksarchief in Noord-Brabant nog charters betreffende de stichting der parochie bevonden. Deze waren daar beland in het kader van de archiefruilovereenkomst tussen Nederland en België. Hoewel ze nog niet in het parochiearchief zijn teruggekeerd hebben wij de hereniging op papier reeds tot stand gebracht. Afgezien van genoemde charters berust het archief na de inventarisatie in de Abdij van Berne te Heeswijk-Dinther.

      Het parochiearchief is een verzameling van diverse archieven. Van een ordening in de zin van scheiding van deze was echter geen sprake. Zonder rekening te houden met de bestemming der stukken en voornamelijk ten behoeve van zijn publicaties in het heemkundig maandblad „Met gansen trouw", had pastoor Breugelmans grote groepen losse stukken volgens willekeurige onderwerpen tot bundels verenigd. Ook had hij meer dan honderd delen voor de vuist weg van een nummer voorzien, zonder nochtans tot enige ordening over te gaan. We meenden daarom deze nummers in de vergetelheid te mogen laten wegzinken, behoudens de nummers 49 en 50, daar de pastoor in zijn publicaties herhaaldelijk hiernaar verwijst (inv. nos. 145 en 232).

      In overeenstemming met de oude organisatie van het parochiële leven kunnen wij in het archief drie hoofdgroepen onderscheiden, namelijk het archief van de pastoor, het archief van het kerkbestuur en de archieven van de broederschappen. De pastoor beheerde de pastoriegoederen. Sinds 1836 zijn deze verdeeld in de goederen waarvan de inkomsten alleen strekken tot onderhoud van de pastoor, genaamd „de goederen van de eerste afdeling van de pastorie"; en in de goederen waarvan de inkomsten door de pastoor besteed moeten worden ten behoev/e van de armen, genaamd „het liefdadig fonds der pastoriearmen" ofwel „de goederen van de tweede afdeling van de pastorie."

      Het kerkbestuur, gevormd door pastoor en kerkmeesters, had het beheer over de goederen van de kerkfabriek, van de kerkarmen en van de kosterij of kleine kerkedienst. Hun rekeningen beginnen in 1562. Van 1671 af wordt het beheer over de armengoederen in aparte rekeningen verantwoord door armmeesters, welke doorgaans ook lid waren van het kerkbestuur. Het beheer over de kosterijgoederen is slechts eenmaal door een der kerkmeesters in een aparte rekening verantwoord (1587-1592). De stukken betreffende de kerkarmen hebben we in de afdeling „armenzorg" ondergebracht. De stukken betreffende de kosterij die van financiële aard zijn, staan als laatste in de hun betreffende rubriek van het financieel beheer van het kerkbestuur (inv nos. 221, 263 en 359). De pastoor was voorzitter van het kerkbestuur, maar het kwam meerdere malen voor dat hij zonder kerkmeesters beheerde. Hoe dan ook, hij hield de administratie van zijn pastorale en die van zijn presidentiële werkzaamheden niet altijd streng gescheiden. En zo treffen wij met name in de afdeling betreffende de verhouding tussen de pastoor en de overheid stukken aan, die ook de kerk en de kerkarmen raken, bv. de correspondentie. Anderzijds vindt men in het archief van het kerkbestuur registers en leggers welke de gehele parochie betreffen in aparte rubrieken. Verdere verbanden die er tussen de verschillende archieven bestonden hebben we door middel van verwijzingen bewaard. Na de archieven van de broederschappen is in de inventaris ook nog een afdeling handschriften opgenomen. Hiervan maken deel uit dagboeken, geschriften en afschriften welke niet ambtshalve zijn opgemaakt.

      In een aanhangsel hebben wij de stukken geplaatst waarvan het verband met het parochiearchief niet is gebleken en ook de stukken welke er duidelijk niet in thuis horen, zoals die betreffende de grafelijkheid, die pastoor Breugelmans zich nog in 1951 verwierf (zie onder inv. no. 518) en stukken uit het polderarchief (o.a. de notulen tot en met 1944).

      Het parochiearchief is afgesloten met 1944, omdat toen Bokhoven, door de oorlogshandelingen zwaar getroffen, voor een nieuw begin stond. Wel hebben we met het oog op de bewaring stukken die in een bepaalde reeks thuis hoorden, zoals rekeningen, ook van latere datum, in de inventaris opgenomen. Bij een inventarisatie van de periode na 1944 zijn ze zonder verstoring der huidige orde te verwijderen.

      Mr. J. A. M. Hoekx

       

      N.B. In de gedrukte versie van deze Inventaris van het archief der Parochie Bokhoven, opgenomen in inv.nr. 1a  zijn annotaties en aanvullingen toegevoegd door pastoor G. van der Velden.

      ’s-Hertogenbosch, 28 maart 2019

      Dr. R.C. Hage Stadsarchivaris van 's-Hertogenbosch.

  •  Citeerinstructie: NL-HtSA Archiefnummer 0727 Parochie H. Antonius Abt te Bokhoven, 1393-1975 , inv.nr. ...
  •  Regesten
    • 1.         1363 juli 23 (1363 in crastino festi beatae Mariae Magdalenae)

                  Ghiselbertus Coc, ridder, zoon van wijlen heer Arnoldus Coc, bericht aan heer Inghelbertus, bisschop van Luik, dat enige inwoners van zijn heerlijkheid van Bochoven, omdat ze zover van hun parochiekerk van Hedichusen afwonen, begonnen zijn met de bouw van een kapel ter ere van de HH. Maria en Catharina, dat ze ten behoeve van de kapelaan van de kapel geschonken hebben 6Vè morgen land, geschatte jaarlijkse opbrengst 20 pond, gelegen aan de westkant van Bochoven, tussen 12 morgen land van hem en zijn moeder, en tussen zijn 2 morgen land en de gemene gronden van de inwoners van Bochoven, om hiervoor wekelijks 3 missen te celebreren en zo nodig de sacramenten toe te dienen, dat hij deze 6^é morgen bij deze amor- tiseert en in de bouw van de kapel en de fundatie van de kapelanie toestemt, dat bij deze ook Johannes, abt van Berne, onder wiens patronaat deze kapel valt, en de pastoor van Hedichusen, Reynoldus, zoon van Henricus de Hedichusen, priester en kanunnik van de abdij Berne, erin toestemmen, en verzoekt derhalve, samen met zijn onderdanen, Inghelbertus om de fundatie van deze kapel goed te keuren.

                  Zegels afgevallen op één na. Origineel: Inv. nr. 1.

                  In dorso:      "Littera confundationis ecclesiae de Bochoven de capella in Bochoven 1363." "A no. 3." Afschrift opgenomen in akte d.d. 1462 februari 12, Inv. nr. 8, Reg. nr. 14. Het stuk land waarvan in dit regest sprake is staat nu bekend onder de naam "Grote Papekamp."

      2.         1363 oktober 18

                  Raynaldus de Ursinis, kardinaal-diaken onder de titel van de H. Adrianus en aartsdiaken van Kempenland, oorkondt dat hij instemt met de oprichting van de kapel van Bochoven.

                  Zegel afgevallen.

                  Origineel: Inv. nr. 1.

                  N.B.   Afschrift opgenomen in akte d.d. 1462 februari 12, Inv. nr. 8, Reg. nr. 14.

      3.         1369 maart 12

                  Raynaldus de Ursis, kardinaal-diaken onder de titel van de H. Adrianus en aartsdiaken van Kempenland, bericht aan magister Gerardus Groy en magister Alardus de Empel, de notarissen van zijn aartsdiaconaat, dat, daar enige parochianen en inwoners van de parochie Hedichusen, die binnen de heerlijldieid van Bochoven wonen, hem verzocht hebben om, voor zover het hem aangaat, de kapel van Buchoven tot parochie- of doopkerk te willen verheffen, waarbij ze nog de toestemming hebben van Johannes Pape, abt van het klooster van de H. Maria van Berna van de orde der Premonstratensers, patronus, en van Henricus Paepken, rector van de parochiekerk van Hedichusen, en van Zegerus van Herpt, rector van voorzegde kapel, hij derhalve hen opdraagt een onderzoek ter plaatse in te stellen naar de inkomsten van de kapel en naar de instemming van de patronus, de inwoners en andere belanghebbenden.

                  Zegel zwaar beschadigd.

                  Origineel: Inv. nr. 2.

                  In dorso:      "Bockhoven 1369 12 martii."

                                     "Supplicatio  bochovientium ut ibidem habeant ecclesiam parochialem de consensu abbatis Bern. ut patronatus."

                                     "Detur Johanni Oem in Bockhoven."

                                     "A nr. 3."

                  Afschrift opgenomen in akte d.d.. 1462 februari 12, Inv. no. 8, Reg. nr. 14.

      4.         1369 maart 17

                  Joannes Paepe, abt van het klooster van de H. Maria van Berne, oorkondt, dat hij zijn toestemming geeft om de kapel van Bochoven tot een parochiekerk te verheffen, terwijl hij en zijn opvolgers zich het patronaatsrecht over deze kerk voorbehouden, en dat hij er tevens in toestemt dat de kleine tienden binnen de heerlijkheid van Bochoven aan die kapelanie of haar rector komen, op voorwaarde dat deze rector aan de pastoor van de kerk van Hedichusen elk jaar 8 pond betaalt en voor *4 part bijdraagt in de door de parochie Hedichusen aan de bisschop verschuldigde bijdragen, doch hierdoor dan ook van de betaling van dergelijke kerkelijke lasten bevrijd is.

                  Zegel afgevallen.

                  Origineel: Inv. nr. 3.

                  In dorso:      "Consensus abbatis de separatione capellae de Bochoeven ab ecclesia de Hedichuijsen 1369 martii 17. Item quod pastor de Bochoven debeat solvere 8 libras pastori in Hedichuijsen pro decima data."

                                     "A no. 3."

                  Afschrift opgenomen in akte d.d. 1462 februari 12, Inv. nr. 8, Reg. nr. 14.

      5.         1369 maart 17

                  Henricus Paepken, priester van de orde der Praemonstratensers, pastoor van Hedichusen, oorkondt dat hij instemt met de verheffing van de kapel van Bochoven tot parochiekerk en dat de pastoor elk recht van parochiekerk mag genieten, behalve de grote tienden in Bochoven, maar wel de kleine tienden onder de voorwaarden omschreven in Regest nr. 4,

                  Met zegel van Henricus Paepken. Origineel: Inv. nr. 4.

                  In dorso:      "De separatione ecclesiae de Bochoven ab ecclesia de Hedichusen consensus pastoris Hedichusani 17 martii 1369 Bochoven." "A no. 3." Afschrift opgenomen in akte d.d. 1462 februari 12, Inv. nr. 8, Reg. nr. 14.

      6.         1369 maart 17

                  Zegerus de Herpt, priester, rector van de kapel van Bochoven, gelegen binnen de grenzen van de parochie van Hedechusen, oorkondt dat hij er in toestemt, dat zijn kapel tot parochie- of doopkerk zal worden verheven, onder de voorwaarden omschreven in Regest nr. 4.

                  Met zegel van Zegerus de Herpt in groene was. Origineel: Inv. nr. 5.

                  In dorso:      "Bockhoven ut capella in ecclesiam erigatur 1369."

                                     "A no. 3."

                  Afschrift opgenomen in akte d.d. 1462 februari 12, Inv. nr. 8, Reg. nr. 14.

      7.         1369 maart 23

                  Raynaldus, kardinaal-diaken onder de titel van de H Adrianus en aartsdiaken van Kempenland, oorkondt dat hij, gezien de toestemming der belanghebbenden, na bij onderzoek bevonden te hebben dat, naast de goederen en opbrengsten die de kapel van Bochoven bij de stichting verkreeg, door Joannes Oem, schildknaap, heer van Bochoven, 20 pond jaarlijks, door Zegerus de Herpt 8 pond jaarlijks en door Henricus Paepken de kleine tienden van Bochoven aan de rector van de kapel zijn toegekend, voor zover het hem aangaat, de kapel van Bochoven tot parochiekerk verheft en Zegerus de Herpt tot pastoor aanstelt.

                  Zegel afgevallen. Origineel: Inv. nr. 6.

                  In dorso:      "De separatione ecclesiae de Bochoven 1369. Bochoven." "A no. 3."

                  Afschrift opgenomen in akte d.d. 1462 februari 12, Inv. nr. 8, Reg. nr. 14.

      8.         1369 maart 23

                  Johannes, bisschop van Luik, oorkondt dat hij, op verzoek van enige parochianen van Hedechusen, wonende binnen de heerlijkheid van Bochoven, en na bevonden te hebben dat de kapel van Bochoven voldoende inkomsten heeft en dat de aartsdiaken van Kempenland, alsmede Johannes Paepe, abt van het klooster van de H. Maria van Berne, Henricus, pastoor van de parochiekerk van Hedechusen, en Zegerus de Herpt, rector van de kapel, het er mee eens zijn, de kapel van Bochoven tot parochiekerk verheft onder de voorwaarden omschreven in Regest nr. 4, en met behoud van de rechten van hemzelf en van de aartsdiaken, met behoud ook van het patronaatsrecht van de abt van Berne over de kerken van Hedechusen en Bochoven.

                  Zegel beschadigd.

                  Origineel: Inv. nr. 7.

                  In dorso:      "Erigitur capella in parochialem ecclesiam manente iure pa tronatus utriusque ecclesiae pro abbate Bernensi."

                                     "A no. 3."

                                     "Bochoven 1369."

                                     "Gecopieerd en geauthentiseert."

                  Afschrift opgenomen in akte d.d. 1462 februari 12, Inv. nr. 8, Reg. nr. 14.

      9.         1392 mei 9

                  Johannes de Bavaria, elect van Luik, oorkondt dat hij goedkeurt en bekrachtigt, behoudens de rechten van de parochie Bokhoven, de stichting van een altaar ter ere van de HH. Lambertus en Martinus door Johannes Oem, schildknaap, heer van Bochoven, in diens kasteel te Bochoven, waarbij deze tot het onderhoud van de priester die aangewezen zal worden tot de bediening van dit altaar, van zijn goederen 5^ morgen land geeft, gelegen in Arkel, in de parochie van Bloklant, alsmede 1 Vè morgen van een eilandje, "Rijsweerde" genaamd, daar gelegen aan de overkant van de weg "An die hoghe ghyesen" tussen het lant van de heer Johannes van Kervenaem, ridder, aan beide zijden, alsmede een jaarlijkse opbrengst van 5 frankische munten uit 3Y2 morgen land, gelegen in Bochoven "Op die weyde" tussen het land van de erfgenamen van Gerardus de Hoesden aan de oostzijde en het land van Radolphus Nevenzoen aan de westzijde, wellce goederen Johannes Oem zal amortiseren ten behoeve van het genoemde altaar en de genoemde priester, terwijl Johannes Oem voor dit altaar het patronaatsrecht zal krijgen en de rector 3 missen per week aan dit altaar zal moeten opdragen.

                  Zegel afgevallen. Origineel: Inv. nr. 509.

                  In dorso:      "Fondatiebrieff der capelle castrale van Bochoven bij heer Jan Oom of Arkel gefundeert van datum den 9 mei anno 1392. Met de confirmatiebrieven van den bischop van Luyck daer deur gesteken."

                  Met deze akte zijn verbonden de akten d.d. 1392 mei 12, Inv. nr. 509, Reg. nr. 10, en d.d. 1392 mei 17, Inv. nr. 509, Reg. nr. 11.

      10.       1392 mei 12

                  De aartsdiaken van Kempenland oorkondt dat hij de oprichting van het altaar ter ere van de HH. Lambertus en Martinus door de heer van Bochoven, Johannes Oem, in diens kasteel, goedkeurt, waarbij echter de rechten van de moederkerk waaronder dit altaar valt, behouden moeten blijven,

                  Zegel van de aartsdiaken is afgevallen» Origineel: Inv. nr. 509.

                  N.B.   Met deze akten zijn verbonden de akten d.d. 1392 mei 9, Inv. nr. 509, Reg. nr. 9, en d.d. 1392 mei 17, Inv. nr. 509, Reg. nr. 11.

      11.       1392 mei 17

                  Johannes die Beyer, pastoor te Bochoven, oorkondt dat hij er in toestemt, dat Johannes Oem, heer van Bochoven, in zijn kasteel te Bochoven een altaar ter ere van de HH. Lambertus en Martinus opricht, mits zijn rechten onaangetast blijven, en dat de heer van Bochoven de priester die aangewezen zal worden om dit altaar te bedienen, zal onderhouden uit zijn goederen.

                  Zegel van Johannes Beyer zwaar beschadigd. Origineel: Inv. nr. 509.

                  N.B.   Met deze akte zijn verbonden de akten d.d. 1392 mei 9, Inv. nr. 509, Reg. nr. 9, en d.d. 1392 mei 12, Inv. nr. 509, Reg. nr. 10.

      12.       1404 november 9

                  Ghiselbertus de Spina en Jacobus de Neynsel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus de Uutwyc als man en voogd van zijn vrouw Margaretha, en Lucas de Erpe als man en voogd van zijn vrouw Elisabeth, beiden schoonzoons van wijlen Johannes Oem, ten behoeve van Johannes, zoon van wijlen Johannes Oem, afstand hebben gedaan van hun recht op de erfcijns van 26 pond, gevestigd op de goederen geheten "Reygersloe", gelegen in Tonghelre, welke cijns wijlen Johannes Oem van Rodolphus Delft, zoon van wijlen Jacobus AVensoen, had verkregen, en van hun rechten op alle goederen van wijlen Johannes Oem en diens vrouw Bela, gelegen binnen de Meierij van 's-Hertogenbosch.

                  Zegel van Ghiselbertus de Spina beschadigd; zegel van Jacobus de Neynsel afgevallen.

                  N.B.   Zie: Kleine Meierij Jrg. XIX, p. 30.

                  

                  Origineel: Inv. nr. 510.

                  In dorso:      "Johanni filio quondam Johannis Oem domini de Buchoven. Aleydi sue (sorori?) Ade Millinc militis... (jubilate? )".

                                     ("Domicellae?) Margareta et Elisabeth filliae Johannis Oem de Bochoven vendunt censum 26 librarum."

                                     "1404 B."

                                     "Jo. Oem de Buchove."

      13.       1461 augustus 3

                  Notaris Rutgherus Voss de Oersschot oorkondt in de parochiekerk van Bockhoven, in aanwezigheid van de getuigen Adam Brok, Mathea Gruyther en Henricus, zoon van Petrus... (onleesbaar), dat domicellus Henricus van der Aa, heer van Bochoven, in aanwezigheid van Henricus de Gruyther, pastoor van Bochoven, zekere akten, betrekking hebbende op de pastoor van Bockhoven en op diens rechten, heeft overhandigd aan heer Theodericus Dommelman, pastoor van Schijndel, op voorwaarde dat deze die akten ten behoeve van Henricus de Gruyter door de officiaal vanHLuik zal laten kopiëren en bevestigen, en dat Henricus van der Aa en Henricus de Gruyter Theodericus hiertoe volmacht geven.

                  Afschrift opgenomen in akte d.d. 1462 februari 12, Inv. nr. 8, Reg. nr. 14.

      14.       1462 februari 10/12

                  De officiaal van Luik oorkondt dat hij op 10 februari, in aanwezigheid van de getuigen magister Danelus de Vlochovi, Simon de Yeter en Johannes Philippi alias int Wout, advocaten, alsmede Johannes Roeffs en... (onleesbaar) Sceeper, nadat heer Theodericus Dommelmans, priester, pastoor van de parochie van Schijndel, als gemachtigde van Henricus de Gruyter, van de parochie van Bochoven, zoals blijkt uit een instrument d.d. 1461 augustus 3, hem originele akten omtrent de bouw, oprichting en fundatie van de kerk of kapel van Bochoven had getoond en hij gezien had dat de originelen nog intact waren, aan Egidius Jamesynez, notaris aan zijn hof, opdracht gegeven heeft om deze originelen in deze akte te insereren en te kopiëren en dat hij, officiaal, in aanwezigheid van de getuigen de magisters Hubertus Lonis, priester, en Wilhelmus de Erpe, clericus, ten behoeve van Henricus de Gruyter en diens opvolgers in de quarta capella van Bochoven, aan de geïnsereerde afschriften de kracht van de originelen toegekend heeft.

                  Zegel van de officiaal is afgevallen.

                  Origineel: Inv. nr. 8.

                  In dorso:      "Litterae fundationis ecclesiae de Bochoven copiatae per decretum domini officialis Leodiensis." De geïnsereerde akten zijn beschreven in de Regesten nrs. 1 t/m 8, het instrument d.d. 1461 augustus 3 in Reg. nr. 13.

      15.       1515 juli 11

                  Jan Petersz. en Roloff Dirxsz., schepenen in Bochoven, oorkonden onder hun gemeenschappelijk schepenzegel, dat Gielis Petersz., pastoor te Woenssel, ten overstaan van hen aan Bartholomeus Gielysz., pastoor te Bochoven, een stuk land van 9 voet heeft overgedragen, gelegen in de parochie van Bochoven, ten noorden grenzend aan het erf van de genoemde Gieliss Petersz., welk erf vroeger toebehoorde aan Willem Hermansz. van Nuys, ten oosten zich uitstrekkend langs de openbare straat, ten zuiden gelegen aan het hof en huis van de pastoor van Bochoven en ten westen gelegen naast het erf van Peter Gijsbertsz.

                  Schepenzegel is afgevallen. Origineel: Inv. nr. 105.

                  In dorso:      "wa... (onleesbaar) stege aen den (straete? )" "tot Bochoven anno 1515 den 11 juli. Pastoir,"

      16        1528 october 10

                  Claes Janssen en Cornelis Gerlixssen, schepenen in Bochoven, oorkonden onder hun gemeenschappelijk schepenzegel, dat Jan Goyartssen op 'tVeryngeynd ten overstaan van hen het goed dat hij gekocht had van Jan Franen heeft overgedragen aan Ariaen, weduwe van Jan Janssen, en haar kinderen, en dat eveneens de genoemde Jan Goyartsoen, met Claes Gielyssen uit Cuyck en Claes Janssen op 't Veryngeynd ten overstaan van hen aan Ariaen, de genoemde weduwe, en haar kinderen hebben verkocht het l|3 gedeelte van een stuk land, gelegen in de heerlijkheid van Bochoven, geheten "Jan Roeloeff campken", grenzend ten oosten aan het erf van de heer van Bochoven, de "Lijfkamp" geheten, ten westen aan de dijk en de "Hoesdense wert", ten zuiden aan het erf van de genoemde weduwe en haar kinderen, ten noorden zich uitstrekkend langs het erf van Geryt Peterssen.

                  Schepenzegel beschadigd. Ondertekend door de pastoor van Bokhoven Jan Dircksen.

                  Origineel: Inv. nr. 106.

                  In dorso:      "Aryken Janssen wedue met hare kynderen." "Bokhoven Jan Roelofs campke. 1528."

      17        1541 april 4

                  Notaris Nicolaus a Nona instrumenteert te Gorinchem in aanwezigheid van de getuigen Heynrick Coenraetssen, priester, en Dirck Weeraairtssen van Oirscot, onderschoolmeester te Gorinchem, dat voor meester Henrick Elbertssen Barendonc van Boemel, officiaal vanwege de proost van Arnhem, gecompareerd is Gielis Peterssen, priester van Ludiek, wonende te Gorinchem, die rentmeester was geweest van heer Jan van der Aa, op verzoek van Jan Janssen en Lenairt Janssen, als gemachtigden van schout, schepenen en gemene buren van het dorp Buchoven, om de volgende punten te bevestigen of te ontkennen:

                  1)      dat wijlen Hendrick van der Aa, vader van Jan van der Aa, heer van Bochoven, al zijn land onder Bochoven verkocht had, uitgezonderd een stuk land, genaamd "Duivenkamp";

                  2)      of Hendrick van der Aa, diens vrouw Margriet, haar tweede man Dirck van Hafsteyn, Hendricks zoon Jan van der Aa of diens vrouw Elisabeth van Egmondt, het gemene land van Bochoven, groot 6 morgen, behalve de openbare "Heerstrate", ooit hebben willen verkopen;

                  3)      dat Jan van der Aa de gemene grond van Bochoven wilde gebruiken voor de kerkfabriek, met toestemming van de naburen;

                  4)      dat Jan van der Aa wilde dat zijn onderdanen de gemene grond van Boechoven zouden ontdoen van de er op rustende last met behulp van de opbrengst er uit;

                  5)      dat de heren van Bochoven de gemene grond aan de dorpelingen nooit afhandig wilden maken;

                  welke punten behalve het tweede, Gielis Pieterssen bevestigd heeft.

                  Zegel beschadigd van meester Jan Henricxsen, deken van het kapittel van Gorinchem, aangezien meester Heynrich Barendonc geen zegel bij zich had. Origineel: Inv. nr. 222.

      In dorso:      "Attestatie aengaende de gemeynte van Bochoven, nu anno 1760 genoemt: de besayde gemeynte, groot 6 mergen, in welke blijckt dat deze eenige jaeren is geëmployeert tot fabriek der kerke, is gegeven anno 1541."

      18        1543 januari 31

                  Claes Janssen, Goert Janssen, Jan Janssen, Claes Gerytssen, Peter Ghijsbertssen, Peter Cornelissen en Adriaen Joesten als schepenen; Lenart Janssen en Peter Gherytsen als gezworenen; alsmede de pastoor, de koster en de naburen nl. Ghijsbert Peterssen, Embert Janssen, Jan Vermeer, Rob Robbertsoen, Gheryt Hanrixsen, Peter Hanrixsen, joffrou Ida van Malsen, Heylken Scouten en Anna Wyllems van de vrije heerlijkheid Bochoven, oorkonden, dat zij ieder jaar 6 carolusgulden zullen betalen aan Willem Boyen, wonende te ‘s-Hertogenbossche, uit de gemene grond van Bochoven, groot 9 morgen land, terwijl deze rente afgelost kan worden met honderd gulden ineens.

                  Schepenzegel zwaar beschadigd. Origineel: Inv. nr. 503.

                  In dorso:      "Rente van 6 gulden op de gemeynte van Bochoven te lossen met  100 gulden, 1543, opgenomen met consent van alle nabueren."

                  Met deze akte zijn verbonden de akten d.d. 1588 september 12, Inv. nr. 503, Reg. nr. 22, en d.d. 1589 september 24, Inv. nr. 503, Reg. nr. 23.

      19        1545 november 15

                  Jan Janssoen en Peter Cornelissen, schepenen te Bochoven, oorkonden onder hun gemeenschappelijk schepenzegel dat Adriaen Rutgerssen met Rut, zijn zoon, en Oda, Margriet en Dingen, zijn dochters, ten overstaan van hen aan Adriaen Hanrick Claessoen te Engelen en Hanrick Janssoen van Berkelaer Va gedeelte van een stuk land heeft overgedragen, gelegen in de ban van Bochoven in het "Broeck", ten oosten grenzend aan het erf van de pastorie van Bochoven, ten westen langs het "Langbroeck" zich uitstrekicend van het erf van de erfgenamen van Claes van Bochoven tot de openbare stegen toe, welk vierde gedeelte Adriaen Rutgertsoen in koop verkregen had van de erfgenamen van Katherijne, de huisvrouw van Claes Janssen zaliger, terwijl dit vierde gedeelte belast is met jaarlijks een vat rogge aan de armen van Bochoven en een vierde gedeelte van een wilhelmusschild, aan kerk, pastoor en koster van Bochoven.

                  Schepenzegel afgevallen. Origineel: Inv. nr. 202.

                  In dorso:      "Ariaen Hanrickssen cum suis *4 van eene camp lant in 't Broeck tot Bochoven waer uyt chijns 1 vat rogh den arme, Ya van een Guilielmusschilt der kerke van Bochove, pastoir en koster toebehorend 1545." "Nu anno 1765 genoemt Claes Jansen camp."

      20.       1583 juli 6

                  Jan Janssen en Jan Cristoffelsen, schepenen van Bochoven, oorkonden onder hun gemeenschappelijk schepenzegel, dat Jan Hermanssen tweederde deel van een erf met wat er op staat verkocht en overgedragen heeft aan Wouter van Gent, welk erf gelegen is in Bochoven, in het zuiden begrensd door het erf van Gerit Oom Peterssen, in het noorden door het erf van Tielman Ariens, in het westen door het erf van de heer van Bochoven en in het oosten door de openbare straat, op welk stuk land de grondcijns van 1 philipsgulden voor de heren van Bochoven rust.

                  Schepenzegel beschadigd. Origineel: Inv. nr. 501.

                  In dorso:      "huys tot Bochoven 1533 (sic)." Zie ook Reg. nr. 21.

      21.       1583 juli 6

                  Jan Reynderssen en Jan Christoffelssen, schepenen van Bochoven, oorkonden, dat Wouter van Gent en Geraert Oom Peterssen het huis en erf, dat toebehoorde aan wijlen Dierick Lenerssen, onderling verdeeld hebben en wel zodanig, dat Wouter van Gent tweederde deel en Geraert Oom eenderde deel toekwam, en dat Wouter van Gent tweederde en Geraert Oom eenderde deel van de last van 1 Philipsgulden voor de heer van Bochoven aan deze zouden betalen.

                  Schepenzegel van Bokhoven beschadigd. Origineel: Inv. nr. 502.

                  In dorso:      "Huys en geseet tot Bochoven. 1583." Zie ook Reg. nr. 20.

      22.       1588 september 12

                  Tielman Arienssen en Jan Christoffelsoon, schepenen van Bochoven, oorkonden, dat Heesken Matijsdochter, weduwe van Willem Boyen, met haar voogd Joest Peterssen, de akte waar deze transfix doorheen is gestoken, met de daarin omschreven jaarlijkse rente, heeft overgedragen aan Gismar Robrechtsen.

                  Schepenzegel zwaar beschadigd. Origineel: Inv. nr. 503.

                  N.B.   Met deze akte zijn verbonden de akten d.d. 1543 januari 31, Inv. nr. 503, Reg. nr. 18, en d.d. 1589 september 24, Inv. nr. 503, Reg. nr. 23.

      23.       1589 september 24

                  Peter Tueling en Jan Huyberssen, schepenen van Bochoven, oorkonden, dat Gijsmar Robrechtsen de transfixakte waar deze transfix doorheen is gestoken, overgedragen heeft aan Wouter van Gent met de daarin omschreven rechten.

                  Schepenzegel zwaar beschadigd. Origineel: Inv. nr. 503.

                  N.B.   Met deze akte zijn verbonden de akten d.d. 1543 januari 31, Inv. nr. 503, Reg. nr. 18, en d.d. 1588 september 12, Inv. nr. 503, Reg. nr. 22.

      24.       1596 juli 10

                  De officiaal van 's-Hertogenbosch oorkondt, dat Egidius Gerardi, aangeklaagd door Cornelius Nuelen, pastoor van Bochoven, wegens het achterstallig zijn in de betaling van de kleine tienden, op 22 juli 1596 voor de rechtbank moet verschijnen.

                  Zegel afgevallen.

                  Origineel: Inv. nr. 115.

                  In dorso:      "Anno a nativitate domini 1596 mensis julii die duodecimo executum est presens retroscriptum mandatum (ferendum omnes sui?) formam et tenorem in propriam personam Egidii Gerardi rei retronominati per me infranscriptum, quod attestor ego Johannes Cornelii presbyter et sacellanus castri in Bochovia." "De decimis in Bochoven pastori debitis. 1596."

      25.       1597 februari 26

                  Schout en schepenen van Bochoven oorkonden, dat Cornelis Nuelen, pastoor te Bochoven, jonkheer Jan van Doern voor het gerecht gedaagd heeft wegens het 27 jaar achterstallig zijn van een cijns van 2 Vè peters jaarlijks en van een cijns van 8 stuivers jaarlijks; en dat, aangezien de beklaagde oordeelde dat de klacht zonder bewijsgrond was, de beslissing overgelaten moest worden aan onpartijdige personen, nl. de schepenen Reynder Janssen en Jan Christoffsen voor de pastoor, en de schepenen Jan Peterssen en Jan Hermanssen voor Van Doern, welke scheidsrechter de pastoor in het gelijk hebben gesteld en van de beklaagde de betaling van 9 gulden voor de hele achterstallige cijns aan de pastoor geëist hebben, alsmede 5 gulden voor de terechtzitting, waarvan hij echter de helft kan verhalen op de pastoor, zodat deze tenslotte de som van 6 gulden en 10 stuivers zal ontvangen.

                  Schepenzegel van Bokhoven zwaar beschadigd.

                  Origineel: Inv. nr. 116.

                  In dorso:      "Sententie in faveur van den pastoor van Bochoven tegen jonker Jan van Dom over den chijns van 2Vé peters en 8 stuvers sjaers ten behoeve der pastorije, 1597." Het charter is beschadigd door gaten.

      26.       1600 (onleesbaar) 17

                  Reynder Janssen en Jan Damanten, schepenen van Bochoven, oorkonden, dat Engelbert van Ymmerselle voor de som van 55 gulden aan de kerk van Bochoven verkocht heeft de erfcijns van drie philippusgulden, die Peeter Janssen aan Engelbert verschuldigd is uit drie hont land, genoemd "int Seijwertken", zich uitstrekkend langs het erf van de weduwe Lysken Willems ten oosten, en langs het heer Engelbert toebehorende "Seijwertken" ten westen, het erf van Adriaen de Wever en van de genoemde Peeter Janssen ten zuiden en zich uitstrekkende tot de "Pust" van de heer van Bochoven toe ten noorden, welke drie hont land Jan Peeterss van Jacob Peeterss Portier te Bochoven gekocht had en aan zijn zoon Peeter Janssen heeft overgelaten.

                  Schepenzegel afgevallen. Origineel: Inv. nr. 204.

                  In dorso:      "Chijnsbrieff van 3 gulden aen de kerk. Chijns voor de kerk van Bochoven van 3 Philipsgulden op 3 hont lants in 't Sijwertje, 1600."

      27.       1613 januari 24

                  Reynder Janssen en Jan Stoffelssen, schepenen der vrije heerlijkheid Bochoven, oorkonden, dat Jan Moors, pastoor van Bochoven, ten overstaan van hen, een nieuwe legger maakt van de jaarlijkse inkomsten van cijnzen, renten, tienden en erf- en huisgronden alleen van de pastorie, nl. de novale tiende en de tiende van aanwas, sinds 1468, alsmede de smaltiende; eveneens de bedragen gevestigd op diverse landerijen in Bochoven, o.a. de "grote Papenkamp" en de "kleine Papenkamp", gelegen in het „Broeck"; op stukken land gelegen in het "Lancbroeck" langs de slootkant; op een stuk land gelegen in de "Rooserskamp"; op een hoeve genaamd "Geertruyt Bacx hoeffken"; op een stuk land genaamd „den Hoogen Wert", ten noorden gelegen tegen het erf van de heer van Bochoven, op verscheidene huizen en hoven gelegen in Bochoven, o.a. nabij de "Duyvenkamp" en achter de pastorie; en nog op enige stukken land, gelegen op " 't Hoeffslach" en in " 't Broeck"; terwijl de pastorie ook nog inkomsten heeft uit de kerk, blijkens het register van de voormalige pastoor van Bochoven, Wichmans van Herdewijck.

                  Schepenzegel afgevallen. Ondertekening door de secretaris J. van Loon. Origineel: Inv. nr. 129.

                  In dorso:      "Bochoven wat incomen de pastorey aldaer heeft, 1613, 24 januarii."
      "Innecomen van landen, thienden ende renten der pastorye van Bochoven anno millesimo sexcentesimo decimo tertio vigesima quarta Januarii."

      28.       1613 januari 24

                  Reynder Janssen en Jan Stoffelssen, schepenen van Bochoven, oorkonden dat Jan Moors, pastoor, en de kerkmeesters Dierick Gheritssen, schout, en Jan Willemssen, welke kerkmeesters tevens H. Geestmeesters zijn, ten overstaan van hen, ter vervanging van de oude vervallen legger, een nieuwe legger maken alleen van de jaarlijkse inkomsten van de kerk en van de Heilige Geest van Bochoven, zoals goederen, cijnzen en renten, gevestigd op o.a. stuklcen land in het "Lanckbroeck", in "Rooserskamp", in het „Broeck", op een stuk land genaamd „Ruttenkampken", op verschillende huizen met hoven, o.a. gelegen in "Duyvenkamp", welke gebieden alle in Bochoven gelegen zijn, terwijl de Heilige Geest ook nog renten heeft op de stad Gorcom.

                  Schepenzegel afgevallen. Ondertekening door de secretaris J. van Loon.

                  Origineel: Inv. nr. 244.

                  In dorso:      "Innecomen van landen ende renten der kercke ende tafelen des heijlighen geest van Bochoven anno millesimo sexcentesimo decimo tertio vigesima quarta januarii 1613."

      29.       1614 juli 28

                  Ariken, weduwe van Anthonis Janssen, en meester Cornelis Duegens als echtgenoot van Jenneken Woutersdochter, eertijds weduwe van Henrick Janssen Kempenaer, oorkonden, dat zij naar aanleiding van een proces voor wethouders van Huesden inzake een morgen land, gelegen in het rechtsgebied van Engelen, gewoonlijk genoemd "Emmers Kamp", ten oosten begrensd door het erf van de erfgenamen van Dierick Lemmens en ten westen begrensd door het erf van Wouter van Gent, zich uitstrekkende van Roeloff de Backers wielen tot de „Maas", welk stuk land eerst behoorde aan de erfgenamen van Jan Huygen, de vader van Ariken, en door de dijkgraaf, die het onteigend had voor zekere dijk krachtens schouwrecht, is overgedragen aan Anthonis Henricx Trommen, en daarna door Steven Aelberts, de man van Henricxken, de dochter van Anthonis Henricx Trommen, overgedragen is aan Henrick Janssen Kempenaer, volgens de brief d.d. 11 november 1595, op welke morgen land beide partijen aanspraak maakten, tot een minnelijke schikking gekomen zijn met instemming van Engelbert van Ymmerselle, vrijheer van Bochoven, als opperweesheer, nl. dat meester Cornelis aan Ariken 150 gulden betaalt voor haar aanspraken, en dat Ariken en haar kinderen het land door meester Cornelis laten gebruiken als zijn eigen goed.

                  Ondertekend door Engelbert van Ymmerselle, door Ariken en haar twee zonen, en door twee getuigen. Origineel: Inv. nr. 504.

      30.       1620 mei 11

                  Reynder Janssen en Jan Stoffelssen, schepenen van Bochoven, oorkonden onder hun gemeenschappelijk schependomszegel, dat Henrick Janssen Otten en Cornelis Jacopssen als man en momboor van Mariken, dochter van de genoemde Henrick, aan Martijn Quintijn een hofstad met huis hebben overgedragen, gelegen in de heerlijkheid Bochoven, belend ten oosten door het erf van Anthonis Janssen, ten zuiden door het erf van Arien Gijsmaers, ten westen door het erf van Engel Anthonissen en ten noorden door de straat, belast met een erfcijns van een half vat rogge erfcijns voor de Heilige Geest van Bokhoven en een erfelijke grondcijns van twee stuivers min een duit, zijnde de helft van drie stuivers, 3 oort erfcijns, bestemd voor de kerk van Bochoven, waarvan Engel Anthonissen de andere helft moet betalen.

                  Schepenzegel afgevallen.

                  Origineel: Inv. nr. 205.

                  In dorso:      "Transport van een huys en erve op den last van Vè vat rogge erfchijns aen den H. Geest tot Bochoven uyt een meerdere rente van 4 vaten rogge erffelijk ut Claes Janse camp denselve H. Geest competerende. Item nog op eenen erffe-lijken grontchijns van 2 stuyvers min een duyt voor d'een heiligt van 3 stuyvers 3 oort erfchijns aen de kerke van Bochoven, anno 1620. Het voors. huys sijnde afgebroken is nu anno 1764 den hof van juffr. Theresia Clercx aen 5t westeynde tot Bochoven de welke daer uyt nu geit 3 stuyvers 3 oort en mede een heel vat rogge."

      31.       1633 september 12

                  Engelbert Gijsmaers en Melis Peterssen, schepenen van Bochoven, oorkonden onder hun gemeenschappelijk schepenzegel, dat Baltazar Adams ten overstaan van hen de jaarlijkse rente van 12 gulden en 10 stuivers, die Cornelis Moors, licentiaat in de godgeleerdheid en pastoor van Bochoven, in 1631 met goedkeuring van Johannes Moors, prelaat te Berne, en van de bisschop van VHertogenbosch, had verkocht, en die hij jaarlijks zou betalen uit de pastorie van Bochoven met het daarbij behorende erf, heeft overgedragen aan zijn broer, Peter Adams.

                  Schepenzegel afgevallen. Onderaan de akte staat: "Littera Petri Adami." Ondertekening door E. Stooters-Enc.

                  Origineel: Inv. nr. 108.

                  In dorso:      "Dese renthe heb ick gequeten ende uutgeleyt F. Leon Bosch AB." "Rent van 12 gulden op pastoreel huys tot Bochoven 1633 is gequeten." In de akte is geknipt.

       

      32.       1637 mei 2

                  Engelbert Gijsmaers en Melis Peterssen, schepenen der vrije heerlijkheid van Bochoven, oorkonden onder hun schependomszegel, dat Henrick, zoon van Antonis Janssen, ten overstaan van hen beloofd heeft aan Jacob Noppen, ten behoeve van diens broer Godtschallick Noppen, dat hij jaarlijks op 2 mei - vanaf 2 mei 1638 - 12 carolusgulden, vrij van belastingen, als losrente zal betalen, gevestigd op Hendricks huis en hophof en wat daarbij behoort, gelegen binnen de vrije heerlijkheid van Bockhoven, tussen de openbare straat ten oosten, ten noorden en ten zuiden, en het erf van Godtschallick Noppen ten westen, terwijl de lasten die er al op rusten afgedaan zullen worden, behalve 1 gulden jaarlijks waar Joris Godefrodii van Eijck recht op had, op voorwaarde dat de genoemde rente altijd afgelost mag worden met 200 gulden ineens, verhoogd met de eerstvolgende rente en de overige onbetaalde pachten.

                  Schepenzegel zwaar beschadigd. Origineel op papier: Inv. nr. 109.

                  In dorso: 1.  Roeloff Noppen uit 's-Hertogenbosch verklaart op 5 mei 1688 dat hij voor zijn heerneef Peeter Eugenius Noppen, pastoor in Santberghen buiten Brussel, deze schepenakte verkocht heeft aan Peeter Jansen van Eijck en de koopsom daarvan ontvangen heeft.

                                 2. Schepenen A. Verheijen en A. van Geldrop verklaren dat Theodorus Smeijers en Matthijs van Cleef de som van 100 gulden met de interest daarvan ontvangen hebben. 1739 april 29.

                                 3. "Losrenthe van twelliff gulden sjaers voor Godtschalck Noppen tot Bockhoven."

                                 4. "Dese brief heb ick hondert gulden op ontf(angen) en is noch 100 gulden geef ick voor een alemis aen mijnen soon den minnebroeder."

                                 5. "Desen brief van 100 gulden staen opt Huijs dat mijn heer Beem gekocht heeft van Jan Haneval, en moet jaerlijckx vier gulden geven voort jaergetij van Peter Janse van Eijck."

      33.       1646 mei 9

                  Frederick Henrick, prins van Orangien enz., alsmede de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland, oorkonden te Den Hage, dat daar Sebastiaen de Vries, wonende te St. Michielsgestel, als oom en voogd van . het kind van wijlen Joachim Antonissen de Vries en Mayken Henricx Kempenaerszn., en Heyndricksken Henricx Kempenaer, wonende te Bochoven, als eigenaars van 5 hont land, gelegen in de banne van Engelen "op den Bempt", zich beklagen over Jan Hendrickssen Kempenaer, eveneens oom en voogd van het genoemde kind, wonende te Bochoven, die in 1645 het hooi van het genoemde land heeft weggehaald en probeerde de eigenaars uit hun bezit te stoten, waarna gevonnist is, dat het goed dat aan Jan Hendrickssen Kempenaer toebehoort, in beslag genomen wordt en dat hij de door hem berokkende schade moet vergoeden, terwijl de eigenaars van het genoemde land in hun bezit gehandhaafd blijven.

                  Zegel afgevallen.

                  Origineel: Inv. nr. 505.

                  In dorso:      "Mandament van mainctenue en arrest.
      Sebastiaen de Vries, wonende tot St. Michielsgestel, soo hij procedeert ende Hendricxken Handricx Kempenaersdochter, impetranten, contra Jan Heynricxsen Kempenaer, wonende te Bochoven, gedaegde. M. Eversdijk procureur. Dient in de G.S. den 18en Junij 1646."

      34.       1673 augustus 26.

                  De schepenen Peeter Janssen van Eijck en Pauwels Handricx van der Hove oorkonden, dat Mathijs Cornelissen Verheije en Peeter Janssen Vissers, burgemeesters van Bochoven, op last van drossaard en schepenen aan Laurens Ackerman, wonende op het fort Crêvecoeur, een jaarlijkse losrente van 10 gulden per jaar hebben verkocht vrij van belastingen, die afgelost kan worden vanaf 1674 met 200 gulden.

                  Schepenzegel van Bokhoven licht beschadigd. Ondertekening door E. Stooters van Enckefort. Origineel: Inv. nr. 507.

                  In dorso:      "Rente van 10 gulden jaerlix tot laste van 't dorp van Bochoven; anno 1673."

       

  •  Index van persoons- en plaatsnamen
    • N.B.     I =  Inventaris,  R =  Regestenlijst.

      Aa, 
        – Elisabeth van Egmond, vrouw van Jan van der -,R. 17.
         – Margriet, vrouw van Hendrik van der -,R. 17.
         – van der -,zie ook Bokhoven, (heren).
      Adams, 
        – Balthasar - ,I. 107, 108, R. 31.
        – Peter -,I. 107, 108, R. 31.
      Aelberts, 
        – Henricxken Trommen, vrouw van Steven -,R. 29.
         – Steven -,R. 29.
      Aertssen, 
        – Heylken, dochter van Auwen Jan -,I. 203.
         – Peterken, dochter van dezelfde,I. 203.
         – Yken, dochter van dezelfde,I. 203.
      Ackerman, Laurens -,I. 507, R. 34.
      Ammerzoden,I. 160, 520.
      Ancker, de erfgenamen van Sijmon Willemse van den -,I. 372.
      Anthonissen, Engel -,R. 30.
      Antwerpen, predikbroederskerk te -,I. 513.
      Ariens (Arienssen), 
        – Embert - int Tuylsbroeck,I. 506.
        – Gijsbert -,zie Gijsbertsen.
        – Tielman -,R. 20, 22.
      Arkel, 
        – eiland 'Rijsweerde',R. 9.
        – weg 'An die Hoghe Ghyesen',R. 9.
      Arkel (Arckel, Arckell), 
        – Johan Oem, zoon van heer Nicolaes van -,I. 508.
        – Johannes van -,I. 7, R. 8.
        – Thomas Walraven van -,I. 520.
      Arnhem, officiaal vanwege de proost van -,R. 17.
      Asten, Joannes Gerardus van -,I. 69.
        
      B 
        
      Barendonck, Hendrick Elbertsen - van Boemel,R. 17.
      Beem, mijnheer -,R. 32.
      Berghen, Marcelis van -,I. 506.
      Berkelaer, Hanrick Janssoen van -,I. 202, R. 19.
      Berlaer,I. 511.
      Berne, 
       – (abdij):I. 9-16, 266, 482, R. 1, 3, 4.
       – (abt):I. 1, 9, 153.
       –   – h Johannes,R. 1.
       –   – Johannes Paepe,I. 3, R. 3, 4, 8.
       – (prelaat):I. 2, 13-16, 29, 118, 152, 482.
       –   – Leonardus Bosch,R. 31.
       –   – Johannes Moors,R. 31.
      Bernum,I. 511.
      Besters,I. 197.
      Beughem, van -,I. 522.
      Blokland, parochie van -,R. 9.
      Boemel, zie Barendonck. 
      Bogaerts, A. J. -,I. 499.
      Bockhoven, de erfgenamen van Claes van -,R. 19.
      Bokhoven, 
       – (altaren):I. 82, R. 9-11.
       – (armmeesters):I. 488, 492.
        –   – Boom, Willem de -,I. 381, 385.
        –   – Gheritssen, Dierick -,R. 28.
        –   – Mutsaers, Peter -,I. 383.
        –   – Willemsen, Jan -,R. 28.
        – (boterfabriek):I. 159.
        – (burgemeesters): 
        –   – Eijck, Ant. van -,I. 477, 531.
        –   – Verheije, Mathijs Cornelissen -,R. 34.
        –   – Vissers, Peeter Janssen -,R. 34.
        – (drossaards): 
        –   – Breugel, Roeland van den -,I. 523, 526, 527.
        –   – Stooters van Enckefort, Cornelis -,I. 520.
       –   – Verheijen, Arnold -,I. 529.
       – (gezworenen): 
       –   – Gherytsen, Peter -,R. 18.
       –   – Jansen, Lenart -,R. 18.
       – (heren): 
       –   – Aa, Henricus van der -,I. 519, R. 17, 18.
       –   – Aa, Jan van der -,I. 201, 370, R. 17, 29.
       –   – Hafsteyn, Dirck van -,I. 519, R. 17.
       –   – Coc, Ghiselbertus -, zoon van wijlen heer Arnoldus -,I. 1, R. 1.
       –   – Immerselle, Engelbert van -,I. 86, 188, 194, 204, 370, 504, 511-513, R. 26, 29.
       –   – Immerselle, Thomas Ignatius van -,I. 100.
       –   – Montmorencij Laval, Charlotte de -,I. 518.
       –   – Oem, Johannes -,I. 508, 509, R. 3, 7, 9, 10, 11.
       – (kapel):I. 1-7, 500, R. 1-8, 14.
       –   – kapel van het slot):I. 38, R. 9.
       – (kapelaan der slotkapel) 
       –   – Cornelii Johannes, -,R. 24.
       – (kapelaan): 
       –   – Zegerus de Herpt,I. 5, R. 3, 6, 8.
       – (kerkmeesters):I. 37, 183, 488, 492.
       –   – Engelberts, Jan -,I. 224.
       –   – Gheritssen, Dierick -,R. 28.
       –   – Willemssen, Jan -,R. 28.
       – (koster):I. 34, 98, 101, 102, 116, 202, 221, 227-242, 256, 263, 470,488, R. 18, 19.
       – (parochie):passim.
       – (pastoors): 
       –   – Acker, van den -,I. 25, 89, 150.
       –   – BedixI. 137.
       –   – Beijer, de -,I. 509, R. 11.
       –   – Beckers,I. 21, 472.
       –   – Breugelmans,I. 28, 138, 145, 232, 499, 517, 518.
       –   – Bruyn, de -,I. 20, 125, 136, 471.
       –   – Dael, van de -,I. 98, 131, 370.
       –   – Gielis, Bartholomeus -,I. 105, R. 15.
       –   – Gruijther, de -,I. 8. R. 13, 14.
       –   – Hardewijck, Wichman van -,R. 27.
       –   – Herpt, Zegerus de -,R. 7.
       –   – Heijst, van -,I. 24, 114, 362.
       –   – Hockx,I. 13, 19, 101, 103, 124, 142, 471, 493, 495, 496.
       –   – Kessel,I. 11.
       –   – Lagen, van der -,passim.
       –   – Moors, Joannes -,I. 128, 129, 243, 244, R. 27, 28.
       –   – Moors, Cornelis -,I. 107, 132, R. 31.
       –   – Nuelen,I. 115, 116, R. 24, 25.
       –   – Quisthout,I. 100, 514.
       –   – Roosmalen, van -, passim. 
       –   – Scheepers,I. 26.
       –   – Seegers,I. 107.
       –   – Smidts,I. 10, 17, 120, 137, 265, 266, 380, 398.
       –   – Uden, van -,I. 23.
       –   – Vercuylen,I. 282.
       –   – Versteeg,I. 27, 138.
       – (perceelsbenamingen): 
       –   – 'Besayde gemeynte',I. 222, R. 17, 18.
       –   – 'Broeck',R. 19, 27, 28.
       –   – 'Drie Coninghen',I. 372.
       –   – 'Duyvenkamp',R. 17, 27, 28.
       –   – 'Het Eijghen',I. 106, 122.
       –   – 'Eijghendijk',I. 45.
       –   – Gemene grond,zie 'Besayde gemeynte'.
       –   – 'Grote Papenkamp',I. 123, R. 1, 27.
       –   – 'Hennewaij',I. 155, 166.
       –   – 'Heijldegenscamp',I. 206.
       –   – 'Hoeffslach',R. 27.
       –   – 'Hoesdense Wert',R. 16.
       –   – 'Hooghen Wert',I. 206, 223, R. 27.
       –   – 'Jan Roeloeff Campken',I. 106, R. 16.
       –   – 'Claes Janse Camp',R. 19, 30.
       –   – 'Kleine Papenkamp',R. 27.
       –   – 'Langbroeck',R. 19, 27, 28.
       –   – 'Lijfkamp',R. 16.
       –   – 'Neeltje Arien Gijsberts Weerlant',I. 506.
       –   – 'Oosteind',I. 373, 374, 384.
       –   – 'De Pust',R. 26.
       –   – 'Rooserskamp',I. 201, 226, R. 27, 28.
       –   – 'Ruttenkampken',R. 28.
       –   – Startdijk',I. 45, 534.
       –   – 'Sijwertken',I. 204, R. 26.
       –   – 'Vergereyntsche Sluis',I. 45, 533.
       –   – 'Vergereyntsche Steeghe',I. 506.
       –   – 'Verckensgemeente',I. 506.
       –   – 'Vogelkoij',I. 515.
       –   – 'Westeind',I. 382, R. 30.
       –   – 'Op die Weyde',R. 9.
       – (polder):I. 45, 477-479, 481, 490, 498-499, 523, 532-541.
       – (processies):I. 44.
       – (schepenen):. 
       –   – Ariensz., Tieleman -,R. 22.
       –   – Damanten, Jan -,R. 26.
       –   – Dircxsz. Roloff -,R. 15.
       –   – Eijck, Peeter Janssen van -,R. 34.
       –   – Geldrop, van -,R. 32.
       –   – Gerlixssen, Cornelis -,R. 16.
       –   – Gherytssen, Claes -,R. 18.
       –   – Ghijsbertssen, Peter -,R. 18.
       –   – Gijsmaers, Engelbert -,R. 31, 32.
       –   – Hermanssen, Jan -,R. 25.
       –   – Hove, Pauwels Handricx van der -,R. 34.
       –   – Huyberssen, Jan -,R. 23.
       –   – Jansen, Goert -,R. 18.
       –   – Janssen, Jan -,R. 18-20.
       –   – Janssen, Claes -,R. 16, 18.
       –   – Janssen, Reijnder -,R. 25-28, 30.
       –   – Joesten, Adriaen -,R. 18.
       –   – Cornelissen, Peter -,R. 18, 19.
       –   – Christoffelssen, Jan -,R. 20-22, 25.
       –   – Petersz., Jan -,R. 15, 25.
       –   – Peterssen, Melis -,R. 31, 32.
       –   – Reynderssen, Jan -,R. 21.
       –   – Stoffels, Jan -,R. 27, 28, 30.
       –   – Tueling, Pieter -,R. 23.
       –   – Verheijen, A. -,R. 32.
       – (secretaris):I. 32, 35, 99.
       – (schoolmeester):I. 34, 98, 197, 470.
       – (schout): 
       –   – Gheritssen, Dierick -,R. 28.
       – (tienden): 1. 115, 487, 508,R. 4, 5, 7, 24, 27.
       – (vicaris): 
       –   – Bedix,I. 9.
      Boom, Willem de -,I. 40, 381, 385.
      Boort, Adriaan van -,I. 208.
      Boyen, 
       – Heesken Matijsdochter, weduwe van Willem -,R. 22.
       – Willem -,I. 503, R. 18.
      Breda,I. 499.
      Breugel, Roeland van den -,I. 523, 526, 527.
      Broecke, Jan van den -,I. 511.
      Brok, Adam -,R. 13.
      Bruinincx, Advocaat -,I. 525.
      Bruno, Giordano -,I. 443.
      Buisson, Clement du -,I. 207.
      Bussi, Johannes Baptista de -,I. 47.
      Buul, Josephus van -,I. 383.
        
      D. 
        
      Damanten, Jan -,R. 26.
      Delft, Rodolphus -, zoon van wijlen Jacobus Avensoen,R. 12.
      Dircxsz., Roloff -,R. 15.
      Doern, jonker Jan van -,I. 116, 223, R. 25.
      Dommelman, Theodericus -,R. 13, 14.
      Donckers, Jenneke -,I. 85.
      Doop, de weduwe van Govaert den -,I. 100.
      Duegens, 
       – Jenneke Woutersdochter, echtgenote van Cornelis -,R. 29.
       – meester Cornelis -,R. 29.
      Dueren, de erfgenamen van Peter van -,I. 121.
        
      E. 
        
      Egmond, Elisabeth van -, vrouw van Jan van der Aa,R. 17.
      Elbertssen, zie Barendonck. 
      Empel, 
       – (perceelsbenaming): 
       –   – 'Opt hoog kost verlooren',I. 371.
      Empel, magister Alardus de -,R. 3.
      Engelberts, 
       – Maria, weduwe van Jan -,I. 224.
       – zie ookBokhoven (kerkmeesters) en Meerwijck.
      Engelen, 
       – (gemeente):I. 499, 537.
       – (perceelsbenamingen): 
       –   – 'Op den Bempt',I. 505, R. 33.
       –   – 'Emmerskamp',I. 504, R. 29.
       –   – 'Roeloff de Backers Wielen,R. 29.
       –   – '3 hont hoefslag',I. 534.
      Engelen, 
       – Adriaen Hanrick Claessoen te -,I. 202, R. 19.
       – Adriaen Luijcassen van -,I. 207.
       – Gerard Luijcassen van -,I. 207.
       – Maria, gewezen huisvrouw van Eijmert Philipse van -,I. 85.
      Enckefort, zie Stooters. 
      Erpe, 
       – Elisabeth, vrouw van Lucas de -,R. 12.
       – Lucas de -,R. 12.
       – Wilhelmus de -, clericus,R. 14.
      Eversdijck, M. -, procureur,R. 33.
      Eijk (Eijck), 
       – A. van -,I. 477, 531.
       – F. van -,I. 41.
       – familie van -,I. 193.
       – Joris Godefridii van -,R. 32.
       – Peeter Janssen van -,I. 109, R. 32, 34.
        
      F 
        
      Foullon, mijnheer de -,I. 516.
      Franen, Jan -,R. 16.
      Friesland,I. 497.
        
      G 
        
      Geerts,zie Cuijpers.
      Gelderland,I. 497.
      Geldrop, van -,R. 32.
      Gemert, van -, advocaat,I. 522.
      Gent, Wouter van -,I. 501-503, R. 20, 21, 23, 29.
      Gerardi, Egidius -,R. 24.
      Gheritssen (Gherytsen, Gherytssen), 
       – Dierick -,R. 28.
       – Claes -,R. 18.
       – Peter -,R. 18.
      Gerlixssen, Cornelis -,R. 16.
      Gielyssen, Claes - uit Cuyck,I. 106, R. 16.
      Gorinchem,I. 222, 370, R. 17, 28.
      Goyartssen, Jan - op 't Veryngeynd,I. 106, R. 16.
      Griendt, Gerrit Janssen van de -,I. 373.
      Groy, magister Gerardus -,R. 3.
      Gruyther, Mathea -,R. 13.
      Gijsbertsen (Gijsbertsz.), 
       – Gijsbert, zoon van Ariaen - en Neeltje Lodewijckx,I. 506.
       – Neeltje Lodewijckx, weduwe van Arian -,I. 506.
       – Peter -,R. 15, 18.
      Gijsels, Adriaen Adriaensse -,I. 524.
      Gijsmaers, 
       – Arien -,R. 30.
       – Engelbert -,I. 206, R. 31, 32.
        
      H 
        
      Haeneval, Jan -,R. 32.
      Hanricksen( Hanrixszoen, Henricxi Henricxssen), 
       – Gheryt -,R. 18.
       – meester Jan -,R. 17.
       – Peeter -,I. 203, R. 18.
       –   –zie Trommen.
      Hedikhuizen, 
       – (gemeente):I. 499, 537.
       – (parochie):R. 1, 3, 4, 6, 8.
       – (pastoors):I. 1, R. 4.
       –   – Hedichusen, Reynoldus de -,R. 1.
       –   – Paepken, Henricus -,I. 4, R. 3, 5, 8.
      Hedichusen, Reynoldus, zoon van Henricus de -,R. 1.
      Heijman, H. -,I. 528.
      Henricus, zoon van Petrus...  (onleesbaar),R.  13.
      Hermansz., 
       – Jan -,I. 501, R. 20, 25.
       – zie ookvan Nuys.
      's-Hertogenbosch, 
       – (bisschoppen): 
       –   – Diepen, Arnoldus -,I. 52, 59.
       –   – Godschalk, Adrianus -,I. 50, 57.
       –   – Mutsaers, Wilhelmus -,I. 52, 59.
       –   – Ven, Wilhelmus van de -,I. 51, 58.
       –   – Zwijsen, Joannes -,I. 49, 56.
       – (notarissen):I. 267.
       – (officiaal):I. 115, R. 24.
       – (schepenen): 
       –   – Neijnsel, Jacobus de -,R. 12.
       –   – Spina, Ghiselbertus de -,R. 12.
      Heusden, 
       – (dekens): 
       –   – Bruyn, de -,I. 20.
       –   – Hockx,I. 19, 69.
       – (pastoor): 
       –   – Asten, Joannes Gerardus van -,I. 69.
      Hicspoor, Jan Adriaensen -,I. 515.
      Hoesden, de erfgenamen van Gerardus de -,R. 9.
      Hoochzolre, prinses van -,I. 514.
      Hove, Pauwel Handricx van der -,R. 34.
      Huyberssen, Jan -,R. 23.
      Huygen, 
       – Ariken, dochter van Jan -, weduwe van Anthonis Janssen,R. 29
       – wijlen Jan -,R. 29.
        
      I 
        
      lemelmont, H. J. de -,I. 500.
      IJetegem,I. 511.
      Yeter, Symon de -,R. 14.
      Inghelbertus, bisschop van Luik,R. 1.
        
      J 
        
      Jacobs (Jacopssen), 
       – Cornelis -,I. 205, R. 30.
       – Merike -,I. 371.
       – Mariken, vrouw van Cornelis -,R. 30.
      Jamesynez, Egidius -,R. 14.
      Janssen, 
       – Anthonis -,R. 30.
       – Aryken, weduwe van Jan -,R. 16.
       – Aryken Huygen, weduwe van Anthonis -,R. 29, I.  106.
       – Embert -,R. 18.
       – Gerit - van de Griendt,I. 373.
       – Goert -,R. 18.
       – Henrick - Otten,I. 205, R. 30.
       – Henrick, zoon van Anthonis -,I. 109, R. 32.
       – Jan -,R. 17-20.
       – Katherijne, weduwe van Claes -,R. 19.
       – Claes -,I. 106, R. 16, 18.
       – Claes - op 't Veryngeynd,R. 16.
       – Lenairt -,R. 17, 18.
       – Peeter -,I. 204, R. 26.
       – Reynder -,R. 25-28, 30.
      Joachimssen, Jan -, 1. 506. 
      Joesten, Adriaen -,R. 18.
        
      C enK 
        
      Kempenaer, 
       – Henrick Janssen -,R. 29.
       – Heyndricksken Henricx -,R. 33.
       – Jan Hendrickssen -,R. 33.
       – Jacop Jansz. -,I. 371.
       – Jenneke Woutersdochter, weduwe van Hendrick Janssen -,R. 29.
       – Cornelis Janssen -,I. 522.
       – Maijken Henricx -,R. 33.
       – Merike Jacobs, overleden vrouw van Jacob Jansz. -,I. 371.
      Kempenland, 
       – (aartsdiaken):I. 1, 509, R. 8.
       –   – Ursinis, Raijnaldus de -,I. 2, 6, R. 2, 3, 7.
       (notarissen):
       –   – Empel, Alardus de -,R. 3.
       –   – Groy, Gerardus -,R. 3.
      Kervenaem, heer Johannes van -,R. 9.
      Kessel, George van -,I. 527.
      Cleef, Matthijs van -,R. 32.
      Clercx, 
       – Maria -, vrouw van Jan Engelberts Meerwijck,I. 121.
       – Marijken Geerts Cuijpers, vrouw van Wouter Anthonissen -,I. 85, 121.
       – Theresia -,R. 30.
       – Wouter Anthonissen -,I. 85, 121.
      Coenraertssen, Heynrick -,R. 17.
      Cornelissen, 
       – Handers -,I. 379.
       – Peter -,R. 18, 19.
      Cosijns, 
       – Francis -,I. 374.
       – Jacob -,I. 203.
       – Jan -,I. 208.
      Crêvecoeur, fort -,R. 34.
      Christoffelssen, Jan -,R. 20-22, 25.
      Cuyck, Claes Gielyssen uit -,R. 16.
      Cuypers, Maryke Geerts -,I. 85, 121.
        
      L 
        
      Lathouwers, 
       – Gijsbert -,I. 208.
       – Johannes -,I. 225.
      Lebrun, abbé -,I. 529.
      Lemmers, de erfgenamen van Dierick -,R. 29.
      Lennersen, Dierick -,I. 502, R. 21.
      Leo XIII, paus,I. 443.
      Liempt, F. van -,I. 528.
      Lieshout, A. B. van -, I 499. 
      Lodewijckx, Neeltje -,I. 506.
      Lonis, Hubertus -,R. 14.
      Loon, J. van -,R. 27, 28.
      Loon op Zand,I. 517.
      Lotharingen,I. 497.
      Luik, 
       – (bisschoppen): 
       –   – Arkel, Johannes van -,I. 7, R. 8.
       –   – Inghelbertus,R. 1.
       – (elect): 
       –   – Beieren, Johannes van -,I. 509, R. 9.
       – (notaris):,
       –   – Jamesynez, Egidius -,R. 14.
       – (officiaal):I. 8, R. 14.
       – (raadsheer van het souvereine feodale hof): 
       –   – Foullon, mijnheer de -,I. 516.
      Luijcassen, 
       – Adriaen - van Engelen,I. 207.
       – Gerart - van Engelen,I. 207.
      Lijmborch, Geertrud, vrouwe van -,I. 508.
        
      M 
        
      Malsen, Ida van -,R. 18.
      Marienweerd, Guilielmus Quisthout, abt van -,I. 9.
      Martini, Theodorus -,I. 98.
      Matijsdochter, Heesken -, weduwe van Willem Boyen,R. 22.
      Mechelen,I. 511.
      Meerwijck, 
       – Elisabeth van -, vrouw van Adriaen Veders,I. 85, 121.
       – erfgenamen van de weduwe van Peter van -,I. 121.
       – Engelbert van -,I. 523.
       – Jan Engelberts -,I. 121.
       – Maria Clercx, vrouw van Jan Engelberts -,I. 121.
      Merner, Johann Heinrich -,I. 476.
      Merwede, Danyel, heer van der -,I. 508.
      Meulenmeester, Peter de -,I. 470.
      Mil, Jan van -,I. 528.
      Millinc, Adam -, ridder,R. 12.
      Mirepoix, hertog van -,I.  188.
      Montmorency, 
       – Helena de -,I. 188, 194.
       – zie ook Bokhoven, (heren). 
      Moij, Theodorus de -,I. 209.
      Mulders, W. -,I. 41.
      Mutsaers, Peter -,I. 383.
        
      N 
        
      Nevenzoen, Radolphus -,R. 9.
      Nedersaksen,I. 497.
      Nona, notaris Nicolaus a -,R. 17.
      Noort, Huijbert van -,I. 373.
      Noppen, 
       – Godtschallick -,I. 109, R. 32.
       – Jacop -,R. 32.
       – Peeter Eugenius -,R. 32.
       – Roeloff -,R. 32.
      Nuys, Willem Hermansz. van -,R. 15.
        
      O 
        
      Oem, 
       – Aleijdis, zuster van Johannes -,R. 12.
       – Bela, vrouw van wijlen Johannes -,R. 12.
       – Elisabeth, dochter van wijlen Johannes -,R. 12.
       – Johannes, zoon van wijlen Johannes -,I. 510, R. 12.
       – Margaretha, dochter van wijlen Johannes -,R. 12.
       – zie ook Bokhoven, (heren). 
      Oersschot, notaris Rutgherus Voss de -,R. 13.
      Oirscot, Dirck Weernairtssen van -,R. 17.
      Oom, Geraert - Peterssen,I. 502, R. 20, 21.
      Orangien, Frederick Henrich, prins van -,I. 505, R. 33.
      Otten, 
       – Henrick Janssen -,I. 205, R. 30.
       – Mariken, dochter van Henrick Janssen -,R. 30.
        
      P 
        
      Paepe, Johannes -,I. 3, R. 3, 4, 8.
      Paepken, Henricus -,I. 4, R. 3, 5, 8.
      Peterssen (Peeterssen, Petersz., Peetersz.), 
       – Geraert oom -,I. 502, R. 20, 21.
       – Geryt -,R. 16.
       – Ghijsbert -,R. 18.
       – Gielis -,I. 105, 222, R. 15, 17.
       – Jacop - Portier,R. 26.
       – Jan -,R. 15, 25.
       – Joest -,R. 22.
       – Melis -,R. 31, 32.
      Philipse, Maria, gewezen huisvrouw van Eijmert - van Engelen,I. 85.
      Portier, Jacop Peetersz. -,R. 26.
      Prüm, abdij -,I. 103.
        
      Q 
        
      Quellinus, Artus -,I. 513.
      Quisthout, zie Marienweerd en Bokhoven (pastoors). 
      Quintijn, Martijn -,I. 205, R. 30.
        
      R 
        
      Reynderssen, Jan -,R. 21.
      Rits, notaris -,I. 267.
      Robbertssoen, Robbert -,R. 18.
      Robrechtsen, Gismar -,I. 503, R. 22, 23.
      Roeffs, Johannes -,R. 14.
      Rutgerssen, 
       – Adriaen -,I. 202, R. 19.
       – Rut, Oda, Margriet en Dingena, kinderen van Adriaen -,R. 19.
        
      S 
        
      Santbergen, Peeter Eugenius Noppen, pastoor van -,R. 32.
      Sceeper,R. 14.
      Schwartzenberg, benedictijner monnik,I. 103.
      Schijndel, Theodoricus Dommelman, pastoor van -,R. 13.
      Scouten, Heylken -,R. 18.
      Smeyers, Theodorus -,R. 32.
      Stam, Jan Lammerts -,I. 9.
      Steijne, Arnout, heer van -,I. 508.
      Stoffels, Jan -,R. 27, 28, 30.
      Stooters van Enckefort, 
       – E. -,R. 31, 34.
       – Cornelis -,I. 520.
        
      T 
        
      Teisterband,I. 497.
      Tielemans, Dirck -,I. 519.
      Tilly, graaf Claude de -,I. 516.
      Timmermans, Catharina -,I. 380.
      Tongelre, 
       – (perceelsbenaming): 
       –   – 'Reijgersloe',R. 12.
      Trommen, 
       – Anthonis Henricx -,R. 29.
       – Henricxken, dochter van Anthonis Henricx -,R. 29.
      Tueling, Peter -,R. 23.
      Tuijlsbroeck, Embert Ariens int -,I. 506.
        
      U 
      Ursinis, Raijnaldus de -,I. 2, 6, R. 2, 3, 7.
      Uutwijc, 
       – Wilhelmus de -,R. 12.
       – Margaretha, vrouw van Wilhelmus de -,R. 12.
      Uijthedel, 
       – Jan Anthonissen van -,I. 85.
       – Jenneke Donckers, vrouw van Jan Anthonissen van -,I. 85.
        
      V 
      Veders, 
       – Adriaen -,I. 85, 121.
       – Elisabeth van Meerwijck, vrouw van Adriaen -,I. 85, 121.
       – Jan, zoon van Adriaen -,I. 85, 121.
       – Claas Abrahamse -,I. 88.
      Verheije (Verheijen), 
       – Arnold -,I. 529.
       – A. -,R. 32.
       – de erfgenamen van Jan Mathijssen -,I. 120.
       – familie -,I. 192.
       – Louis -,I. 518.
       – Mathijs Cornelissen -,R. 34.
       – rentmeester,I. 531.
      Veryngeynd, 
       – Jan Goyartssen op 't -,R. 16.
       – Claes Janssen op 't -,R. 16.
      Vermeer, Jan -,R. 18.
      Vissers, Peeter Janssen -,R. 34.
      Vlochovi, magister Danelus de -,R. 14.
      Vlijmen,I. 499, 537.
       – (perceelsnaam): 
       –   – ' 't Geerke',I. 162.
      Vogelvangers, advocaat -,I. 525.
      Voss, notaris Rutgherus - de Oirsschot,R. 13.
      Voskens, 
       – Handers Cornelissen, vrouw van Cornelis -,I. 379.
      Catharina Timmermans, weduwe van Hendrik -,I. 380.
       – Cornelis -,I. 379.
      Vries, 
       – Joachim Anthonissen de -,R. 33.
       – Sebastiaen de -,R. 33.
        
      W 
        
      Weernairtssen, Dirck - van Oirscot,R. 17.
      Welderweert,I. 118.
      Well,I. 520, 537.
      Wever, Adriaen de -,R. 26.
      Willems (Willemsen, Wyllems ), 
       – Adriaen -,I. 515.
       – Jan -,R. 28.
       – Lijsken -,R. 26.
       – Anna -,R. 18.
      Woensel, Gielis Petersz., pastoor te -,I. 105, R. 15.
      Wolfs, Theodorus -,I. 383.
      Wout, Johannes Philippi int -,R. 14.
      Wouters, Jenneke -,R. 29.
  •  Lijsten van pastoors, heren en graven van Bokhoven
    • De pastoors van Bokhoven

       

      1369-?                       Zegerus van Herpt,

      ca. 1392-1417            Joannes de Beijer

      1417-1452                 Bartholomeus Oem van Bokhoven

      1452-1488                 Henricus de Gruijter

      1488-1524                 Bartholomeus Gielis

      1524-1533                 Joannes Diederiks

      1533-1558                 Wichmannus van Harderwijk 

      1558-1569                 Gerardus Potters van Naaldwijk

      1569-1603                 Cornelius Nuelen (Neulen, Nuylen) van Leeuwen

      1603-1608                 Joannes Vercuylen van Heeswijk

      1608-1613                 Joannes Moors van Heeswijk

      1613-1616                 Theodoricus van der Meer van 's-Hertogenbosch

      1617-1628                 Paulus van Dael van 's-Hertogenbosch

      1628                          Antonius Heymans van Drunen

      1628-1633                 Cornelius Moors van Heeswijk

      1633-1636                 Norbertus Vercuylen van Dinther

      1636-1652                 Rudolphus Seegers van 's-Hertogenbosch

      1652-1663                 Augustinus Jansen van Heeswijk,

      1663-1669                 Cornelius de Jode van Antwerpen

      1669-1673                 Guilielmus van Quisthout van Vilvoorde

      1673-1685                 Theodorus Bedix van Berlicum

      1685-1712                 Folcoldus Smidts van 's-Hertogenbosch

      1712-1736                 Andreas van Kessel van 's-Hertogenbosch

      1736-1743                 Christophorus de Wolf van Tilburg

      1743-1745                 Augustinus van Rijswijk van 's-Hertogenbosch (deservitor

      1745-1768                 Joannes van der Lagen van 's-Hertogenbosch

      1768-1789                 Joannes Wilhelmus Hockx van Venlo

      1789-1828                 Wilhelmus Ignatius de Bruyn van Asten

      1828-1834                 Jos. Martinus'Beckers van Tilburg

      1834-1835                 Joannes Klijn van Drunen

      1835-1869                 Joannes Hubertus van Roosmalen van 's-Hertogenbosch

      1869-1890                 Laurentius van Uden van Oss

      1890-1913                 Adrianus Thomas Barnabas van Heijst van Waalwijk

      1913-1924                 Godefridus Hendricus Johannes van den Acker van Gemert

      1924-1933                 Hubertus Gerardus Scheepers van 's-Hertogenbosch

      1933-1941                 Thomas Gisbertus Versteeg van Kerkdriel,

      1941-1959                 Hiëronymus Petrus Breugelmans van Rotterdam

      1959-1963                 Aemilius Henricus van den Berg van Sint Anthonis

      1963-                         Gilbertus Gregorius van der Velden van Breda

       

      De heren van Bokhoven1)

      I.          De baanderheerlijkheid Bokhoven

      ca. 1243                       Arnoldus van Buchoven,. 
      Zie Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, dl. III; St. Michielsgestel, 1872; p. 297.

      …. -1363                      Ghiselbertus Coc,. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon:

       

      1363-1365                    Jan Coc de Herlaer,. Hij deed afstand t.b.v. zijn jongste broer:

      1365                             Arnoldus Coc de Herlaer,. Hij droeg de heerlijkheid over aan zijn bloedverwant:

      1365-ca. 1398               Jan Oem van Arkel,. Zijn zoon werd in 1398 met de heerlijkheid beleend:

      1398-....                        Nicolaas Oem van Arkel, Een akte van 28-7-1434 noemt 2 zijner zonen heren van Bokhoven:

      ca. 1434                       Martinus Oem van Arkel, , en

      ca. 1434, 1435-1438      Joannes Oem van Arkel,. Hij werd opgevolgd door zijn zoon:

      1438-1449                    Joannes Oem van Arkel,. Hij werd opgevolgd door de man van zijn dochter Margriet:

      1449-1477                    Henricus van der Aa,. Zijn weduwe hertrouwde:

      ca. 1477-ca. 1486          Theodericus van Hartsteyn,. In 1486 kreeg de zoon van Henricus van der Aa Bokhoven in leen:

      1486-....                        Jan van der Aa, 

       

      II.         De baronie van Bokhoven (16 maart 1499 hiertoe verheven)

      Jan van der Aa, ... -1540. Na zijn kinderloos overlijden volgden op zijn erfgenamen: 

      Anna van Egmond, 1540-1541; daarna Cornelia de Harff die gehuwd was met: 

      Goyart Turck, 1541-1548. Zijn weduwe hertrouwde met: 

      Floris van Grevenbroek, 1550-1570. 2). In 1570 werd met de baronie beleend: 

      Engelbert van Lier van Immerselle, 1570-1624. Hij huwde in 1571 met Josina, dochter van Floris van Grevenbroek.  Hij werd opgevolgd  door  zijn kleinzoon: 

      Engelbert van Immerselle, 1624-...

       

      III.        Het graafschap Bokhoven (17 februari 1640 hiertoe verheven)

      Engelbert van Immerselle, ... -1652. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon: 

      Theodericus van Immerselle, 1652-1654. Hij werd opgevolgd door zijn broer: 

      Thomas Ignatius van Immerselle,   1654-1676.  Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon: 

      Albertus van Immerselle, 1676-1696. Hij werd opgevolgd door zijn broer: 

      Carolus van Immerselle, 1696-1741. Na zijn dood nam zijn erfgename Christina van  Salm bezit van  het graafschap.  Na een twaalfjarig  proces tussen haar en Josephina de Dongelberg, markiezin de Rèves, en later tussen hun erfgenamen, kwam het graafschap bij minnelijke schikking

      aan: 

      Anne Lodewijk Alexander de Montmorencij de Robecq, 1753-1812. Hij werd opgevolgd door zijn neef: 

      Anne Peter Adrianus de Montmorencij, 1812-1837. Hij werd opgevolgd door zijn schoonzoon: 

      Gustaaf Karel Maria de Levis, hertog de Mirepoix-Liran, 1837-1859. 

      Familie Levis de Mirepoix, 1859-1928. Zij verkocht de allodiale goederen van

      het voormalige graafschap aan: N.V. Het Landschap Bokhoven, 1928-...

      (1)   Deze lijst van de Heren van Bokhoven is ten behoeve van hen die deze inventaris raadplegen samengesteld, met behulp van een artikel dat pastoor Breugelmans over dit onderwerp publiceerde in het tijdschrift Met Gansen Trou, jrg. III (1953) p. 152-154 en 172-174. Hoewel ik deze gegevens getoetst heb aan hetgeen het parochiearchief over de Heren van Bokhoven meedeelt is het zeer wel mogelijk dat uit andere archivalia, b.v. leenverhef-fingen te Luik, aanvullingen en verbeteringen in deze lijst kunnen worden aangebracht.

      (2)   B. W. van Schijndel schrijft in een artikel over de familie van Grevenbroeck (Met Gansen Trou, jrg. IX (1959) p. 124): Jonker Floris van Grevenbroeck, Heer van Loon op Zand, testeerde 5-6-1554, sterft omstreeks 1559, trouwt (contract 11-11-1551) jonkvrouw Cornelia de Harff. Uit dit huwelijk jonkvrouw Josina van Grevenbroeck. Jonkvrouw Cornelia de Harff was weduwe van jonker Goyart Turck; zij hertrouwde jonker Gaspar van der Lipp, genoemd Hoen, heer van Blyenbeck en Afferden.

       

  •  Literatuur betreffende Bokhoven
    • Literatuur betreffende Bokhoven

       

      N.B.     Afkorting: M. G. Tr =  Met Gansen Trou.

       

      Aa, A. J. van der, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, dl. 2; Gorinchem 1840, p. 342, i.v. Bokhoven. 

      Bavel, F. H. van, De vroegbarokke kelk van Bokhoven; in Brabantia, jrg. 9 (1960), p. 201. 

      Berneboek 1934, Berne Heeswijk, Verleden Heden.

      Bloijs van Treslong Prins, Mr. P. C., Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de provincie Noord-Brabant, dl.  1; Utrecht 1924, p. 68. 

      Bokhoven, A. J. L. van, Enige kasteleins van de vrije heerlijkheid Bokhoven; in de Brabantse Leeuw, jrg. IX (1960), p. 69-74, 84-89.
       – , De priester Jan van Esch sterft op de voorpoort van het kasteel van Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. VII (1957), p. 87.
       – , Enkele Bokhovense huizen in de 17e en 18e eeuw; in M. G. Tr., jrg. VIII (1958), p. 52-54.
       – , Rondleiding door het kasteel van de toenmalige baronie van Bokhoven in het jaar 1624; in M. G. Tr., jrg. VIII (1958), p. 151-166.
       – , Enkele bezitters van de Camp 'Het Eygen' te Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. IX (1959), p. 47-48, 59-61. 

      Bormans, Stanislas, Les seigneuries féodales du pays de Liège; Liège 1871. 

      Bosch, Marinus van den, Kloosters in het dekenaat Heusden; in M. G. Tr.,jrg. II (1952), p. 175.

      Bouwwereld, jrg. 1920, p. 319: Muurschilderingen; jrg. 1923, p. 87: Graftombe. 

      Breedveld, Walter, Bokhoven en de verering van de H. Cornelius, paus en martelaar, 1839-1939; Utrecht 1939. 

      Breugelmans, H. P., Gids der Norbertijnenkerk te Bokhoven; 1956.
       – , De bedevaart naar Bokhoven ter ere van de H. Cornelius; in M. G. Tr., jrg. I (1951), p. 105-106.
       – , Praalgraf Immerzeel Montmorency te Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. II (1952), p. 7-10, 23-26, 39-42, 55-57, 75-76.
       – , Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. II (1952), p. 128, 142-143.
       – , Rouwtafereel; in M. G. Tr., jrg. III (1953), p. 99-102,  118-123, 129-130. 
       – , De Heren van Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. III (1953), p. 152-154, 172-174.
       – , Priestergraven te Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. IV (1954), p. 45-46.
       – , Zij die verdronken sinds 1711-1953; in M. G. Tr., jrg. IV (1954), p. 117-119.
       – , Over het kerkhof te Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. IV (1954), p. 169-170.
       – , Over de grafkelder der familie Verheyen; in M. G. Tr., jrg. IV (1954), p. 193-196; jrg. V (1955), p. 2-4, 17-21.
       – , Uit het memorieboek van 1785; in M. G. Tr., jrg. V (1955), p. 135.
       – , Rentmeester Verheyen te Bokhoven; in M.  G. Tr., jrg. V (1955), p. 145-147.
       – , De kosters van Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. VII (1957), p. 36-37.
       – , Over de waterstand te Bokhoven en omliggende plaatsen; in M. G. Tr., jrg. VII (1957), p. 73-76, 91-93, 147-148.
       – , Ouds uit Bokhoven - Hoog bezoek; in M. G. Tr., jrg. VIII (1958), p. 6-9.
       – , Huizen in Bokhoven 1832; in M. G. Tr., jrg. VIII (1958), p. 54-56.
       – , Een voetreis rond en in Bokhoven (1883); in M. G. Tr., jrg. VIII (1958), (nr. 6) p. 67. 1
       – , De familie Verheyen; in M. G. Tr., jrg. VIII (1958), p. 72.
       – , Figuur van den Camp genaempt het Eygen; in M. G. Tr., jrg. VIII (1958), p. 181-182.
       – , Perceelsnamen in Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. XII (1962), p. 18-20.
       – , De heerlijkheid Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. XIII (1963), p. 91-96, 109-111. 

      Bulletin Kon. Ned. Oudheidk. Bond 1947, p. 82: Bericht betreffende oorlogsschade aan gebouwen te Bokhoven. 

      Coppens, J. A., Nieuwe beschrijving van het bisdom 's-Hertogenbosch, dl. III, 2e afd.; 's-Hertogenbosch 1843, p. 8. 

      Dorenbosch, G. J. J. F. M., Nieuwe gegevens omtrent Jean Baptist van Gulpen; in Brabantia, jrg. 16 (1967), p. 105-108. 

      Ebeling, H. J. M., Het praalgraf Immerzeele-Montmorencij te Bokhoven; in Buiten, jrg. 21 (1927), p. 100. 

      Edele Brabant, jrg. 2, no. 26 (16 juli 1948), blad 3, onder "Uithangtekens": Café de Valk te Bokhoven. 

      Engelen, A. van, De overlaten in ons gewest; in M. G. Tr., jrg. VI (1956), p. 99-102. 

      Enckevort, R. v., Geschichtliche Nachrichten über die Familie v. Enckevort; Görlitz 1908. 

      Essink, H. B. M., Bokhoven, Den Elshout, Hedikhuizen en Vlijmen, Limburgers tegen wil en dank; in M. G. Tr., jrg. IX (1959), p. 185. 

      Frenken, A. M., Het dagboek van prelaat Jan Moors; in Bossche Bijdragen, dl. XVII (1940-1941), p. 9-243. 

      Goossens, Th., Kerk- en kloostervisitaties in het bisdom ’s-Hertogenbosch uit de 16e eeuw; in Bossche Bijdragen, dl. III (1919-1920), p. 219. 

      H(urk) A. v. d., Abbatia Bernensis in Heeswijk; in Analecta Praemonstratensia, torn. XXII-XXIII (1946-1947), p. 194-196. (Hierin verslag van oorlogsschade in de 2e wereldoorlog toegebracht o.a. aan de kerk van Bokhoven). 

      Hammen, J. Niczn. van der, Inventaris van het oud-archief van de heerlijkheid Bokhoven, berustende in het heerlijk archief van Loon-op-Zand en opgemaakt van 20 maart tot 24 april 1624; in Taxandria, jrg. 34 (1927), p. 70-91. 

      Hermans, C. R., Staatsstukken en bescheiden betrekkelijk de inlijving van de souvereine heerlijkheden Ravestein, Megen, Boxmeer, j Gemert en Oefelt in Frankrijk en vervolgens in Noord-Nederland; in Bijdragen tot de geschiedenis enz. der provincie Noord-Braband, dl.  1; 's-Hertogenbosch 1845, p. 495-533; dl. 2, 's-Hertogenbosch 1845, p. 446, 473, 479, 482, 486.

      Hoeck, F. van, Eenige bijzonderheden betreffende de laatste jezuïtenstatie te 's-Hertogenbosch; in Bossche Bijdragen, dl. VIII (1926]7), p. 124. 

      Juten, G. C. A., Kerkelijke beneficiën in het voormalige dekenaat Hilvarenbeek; in Taxandria, jrg. 28 (1921), p. 67 (nr. 52: Bochoven). 

      Kempenaars, F., Engelen-Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. XVII (1967), p. 118-121. 

      Kleijntjens, J., De jezuïten te 's-Hertogenbosch (1609 -1636); in Bossche Bijdragen, dl. XVI (1938|9), p. 98. 

      De Kroniek, jrg. 1925, no. 3: Oude grafmonumenten van Immerseel te Bokhoven en de Ligne te Zevenbergen. 

      Martini van Geffen, H. B., Het graafschap Bokhoven; in Noord-Brabantsche Volksalmanak 1842. 

      Met Gansen Trou, jrg. X (1960), p. 50-51: Annexatie van Bokhoven; jrg. XII (1962), p. 112: Tekening van 't Huis van Bokhoven (prentverz. Prov. Gen. v. K. & W.). 

      Nobiliaire des Pays Bas et du Comté de Bourgogne, par. M. de Vegiano, Sr d'Hove, et neuf de ses suppléments, rédigés et classes... par Ie baron J. S. F. J. L. de Herckenrode, vol. 3éme; Gand 1868, i.v. de Montmorency. 

      Pirenne, L. P. L., 's-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht, 1576-1579; Tongerlo 1959, p. 223, 237, 240. 

      Raadt, J. Th. de, Itegem et ses seigneurs. Notice historique sur la commune d'Itegem; Malines 1894; in Les seigneuries du pays de Malines.
       – , Verzameling van grafschriften en wapens in de verschillende Noord-Brabantsche kerken;  Helmond  1893. 

      Rijckevorsel, Th. van,  Geslacht van Engelen of Ab Angelis;  in Algemeen Nederlandsch Familieblad, 1890. 

      Sasse van Ysselt, A. F. O. van, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, 3 dm.; 's-Hertogenbosch 1910, i.v. van der Aa, van Bokhoven, Oem.
       – , Genealogie van  het geslacht van  Randerode,  genaamd van der  Aa, en der  daarvan afstamende  familiën;   in Taxandria,  jrg. 3  (1896), p.  110-116.
       – , De familie van Grevenbroeck en de heerlijkheden Loon-op-Zand, Mierlo en Helvoirt; in Taxandria, jrg. 8 (1901), p. 33-41. 

      Schutjes, L. H. C., Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, dl. III; St. Michielsgestel 1872, p. 296 e.v. 

      Schijndel, B. W. van, Het geslacht van Grevenbroek; in M. G. Tr., jrg. IX (1959), passim.
       – , Aantekeningen betreffende de familie van Meerwijk; in M. G. Tr., jrg. XI (1961), p. 133-137, 146-152. 

      Schijndel, Tarcisius van, Kerkelijke indeling van het dekenaat Heusden; in M. G. Tr., jrg. III (1953), p. 74-76.

      Tiele, H. L., Rouwtafereel der jongste ramp van de gemeente Bokhoven aan de rivier de Maas... waarbij den 17 november 1837 veertien der vrouwelijke kunne en een man in de rivier de Dieze... zijn omgekomen; 's-Hertogenbosch 1837 (16 p. 8°; de bibl. v. d. Prov. Genootschap van K. en W. in N.Br. bezit een origineel exemplaar (map 15 B1); overdr. in M. G. Tr., jrg. III (1953), p. 99-102, 118-123; waarbij een aantekening van pastoor van Roosmalen: p. 129-130.

      Tombe, J. W. des, De heerlijkheid Bokhoven en de abdij Berne; in Taxandria, jrg. 19 (1912), p. 152-159.

      Velden, G. van der, Uit de geschiedenis van het kerkorgel van Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. XVI (1966), p. 15.
       – , Stamboom van de familie van der Leeden vanaf haar komst in Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. XVI (1966), p. 192-193. Het kerkdorp Bokhoven en zijn parochiekerk; in M. G. Tr., jrg. XVII (1967), p. 122-125.
       – , De gotische kelk van Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. XVIII (1968), p. 93. Genealogie van de familie van Mil te Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. XVIII (1968), p. 123-125.
       – , Een Franse munt uit de kerk van Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. XVIII (1968), p. 144.

      Vermeer, Dr. Pasc., Bevrijdingsgeschiedenis Engelen-Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. V (1955), p. 84-88.

      Vermeulen, P. Am., Korte gegevens met illustraties over Engelen en Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. VII (1957), p. 103-108.

      Versantvoort, J., R.K. Kerk te Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. VI (1956), p. 125-128, 129-134, 151-155.

      Willems, W., Hoog water in Bokhoven; in M. G. Tr., jrg. VI (1956), p. 106-107. 444.

       

  • Hele toegang